31 jaar LTX

Vandaag 55,5 jaar oud en 31 jaar daarvan in een nieuw leven na transplantatie, een bijzonder moment!

In deze tijd waarin we weer in een 3e of is het al weer 4e?, lockdown zitten, is tijd meer dan ooit een ding. Gister mijn 3e prik gehad, Pfizer deze keer, en toch ligt de maatschappij weer op zijn kont. Die verrekte niet-gevaccineerden (inclusief kinderen) hebben het met hun egoïsme voor elkaar gekregen iedereen weer in een lockdown te krijgen met alle gevolgen van dien voor heel veel mensen: overbelaste zorg, zelfstandigen die weer vrezen voor hun inkomen, geestelijke wanhoop bij veel mensen en vooral nog meer angst die al zo lang leeft bij teveel mensen, leidend tot depressie.

Ja, ik weet het is te kort door de bocht. Mensen hebben recht op een eigen mening, er zijn omstandigheden dat vaccineren niet kan of moeilijk ligt, maar het merendeel lijkt zich alleen maar als slachtoffer te zien, van de politiek, van niet gezien worden, van beperkt worden in hun vrijheid. Maar de vrijheid van de één gaat soms ten koste van de vrijheid van een ander. Een groot deel lijdt in mijn beleving onder gebrek aan vertrouwen in alles en iedereen en vooral ook in de overheid die in hun ogen er alles aan doet om hen eronder te krijgen. En om wat voor andere reden dan ook. En er zijn mensen die dat misbruiken door dat wantrouwen aan te wakkeren, groter te maken door selectief onderzoek en informatie aan te dragen en de negatieve gedachten te voeden. Want wat je voedt dat groeit! En ook de media helpen niet mee door alleen maar negativiteit onder de aandacht te brengen. Polarisatie is het gevolg, zij en wij, wat ook de verbroedering niet ten goede komt.

En die verbroedering is nodig, want ondertussen zijn er veel grotere thema’s die nog meer onzekerheid en angst brengen zoals het klimaat, de natuur die meer en meer lijdt onder het gedrag van ons mensen, waarin, gemak, economische groei en macht nog steeds de belangrijkste drijfveren lijken te zijn. De biodiversiteit vermindert enorm, allerlei soorten dieren en planten zijn aan het verdwijnen, iets wat de gemiddelde mens niet opvalt omdat dit buiten zijn zicht is, en daardoor ook niet bewust is of wil zijn. Wat je niet ziet is er niet, lijkt de gedachte of is niet in onze korte termijn belangen.

Ik merk dat ook ik moet oppassen niet teveel te blijven hangen in negativiteit, want mijn angst voor zure regen in mijn puberteit vergeet ik nooit meer, ik dacht dat het einde van het leven was gekomen. En het houdt niet op ook al was die zure regen al met al van korte duur. Blijkbaar hebben we toen iets gedaan om dat tegen te gaan. Maar nu, met wat er speelt, heb ik weer mijn twijfels of we op tijd zullen handelen. Het is volgens mij al lang over twaalven.

In mijn dagelijkse leven is tijd vooral een ding van er te weinig van te lijken te hebben. Het voelt alsof ik al een maand geen dag niets gedaan heb. Ik doe heel veel leuke dingen, vakantie naar Valencia met een goede vriendin, ik ben weer aan het daten en merk hoezeer ik mezelf weer tegenkom in mijn tegenstrijdige behoeften van controle en geliefd worden, van willen loslaten en vasthouden, maar ook houden yoga, biodanza, tennis me bezig en sauna, film als ik me even de tijd gun, uit eten als de restaurants tenminste open mogen zijn en natuurlijk de natuur in om nieuwe vogels te ontdekken en oude weer opnieuw in het vizier te krijgen. Ik word al moe als ik het opsom en ik ben het dan ook. Ik gun me te weinig tijd voor rust, het leven is te kort. Dit besef ik ook als ik hoor van een kennis die geconfronteerd is met alvleesklierkanker en nog maar 4 tot 8 maanden te leven heeft. Wat doe je in die tijd die je rest voor zover je iets op kan brengen fysiek en lichamelijk?! Want eerst ben je plat geslagen door de confrontatie met je eigen sterfelijkheid, met je onmacht je eigen lot te sturen en controleren en vooral de angst voor pijn en wat er gaat komen. En al het verdriet van afscheid dat al start, ook voor vrienden en familie, terwijl je er nog steeds bent.

In elk geval tel ik mijn zegeningen voor het geluk dat mij 31 jaar geleden is toegekomen, een periode in mijn leven waarin ik eigenlijk ook geconfronteerd werd met de situatie van deze vriendin, waarin het leven eindig was voor mij, een kwestie van tijd voor ik afscheid moest gaan nemen, niet wetende hoe lang ik nog in dit leven zou zijn. En ik had helemaal geen mogelijkheid te bedenken wat ik nog zou doen met de mij resterende tijd. Blijven ademen was alles wat speelde, ik kon geen kant op, permanent in het ziekenhuis wonend. En hoe anders is mijn leven geworden sindsdien! Het is te groot te bevatten, maar ook zo lang al weer een situatie die ik als normaal ben gaan beschouwen. Het is bijzonder dat ik me zorgen maak over het voortbestaan van het leven terwijl in 31 jaar geleden niet wist of ik zelf zou blijven bestaan. Het kan raar lopen in het leven.

Maar vandaag mag ik daar weer even bij stilstaan. Als ik mezelf de tijd gun. Het feit dat deze nacht weer allerlei teksten in mijn hoofd opborrelen als die ik net geschreven heb, gedachten die over elkaar heen buitelen, schreeuwend om aandacht er iets mee te doen, geeft aan dat dit een goed moment is. Een moment van reflectie, van dankbaarheid, voor mijn donor en zijn familie, voor mijn ouders die alles gegeven hebben in hun leven met hun zorg en liefde, en hun angsten altijd verborgen hielden voor mij zodat ik onbezorgd kon leven, die hun eigen behoeften en verlangens op zij hebben gezet voor mij, en onvoorstelbaar groot offer dat ik mezelf nooit echt bewust was. En mijn broer en zus die ook lijdzaam toe moesten toekijken en ook op hun eigen manier in hun leven beperkt werden of leden onder de aandacht die ik naar me toe trok zonder dat dit mijn bedoeling was. Dankbaar voor de liefde die ook zij bleven geven en voelen, en hun steun. Dankbaar voor al die lieve vrienden en kennissen die me een warm hart toe droegen, actief en passief, die maakten dat de transplantatie mogelijk werd! Mijn hart is vervuld met liefde voor iedereen die me toen en nu liefdevol bejegenen.

Maar ook een moment van reflectie waar ik nu mee bezig ben. Wat doe ik met mijn tijd. Verdoe ik mijn tijd misschien, wat is belangrijk. Ik ben er nog niet uit, ik voel me senang bij wat ik doe, al is met name de mate misschien een aandachtspunt. Want hoe kan ik genieten als ik van het één naar het ander sprint. De tijd van overleven is voorbij, de tijd van genieten van wat er is mag er zijn, en rust en stilstaan daarbij is ook belangrijk. Tijd is niet meer alles bepalend, dat besef dringt nog iets te weinig in mij door. Al is dat nog best lastig voor mij ook als ik zie dat mijn vader ouder en ouder wordt en daarmee zwakker. Dus probeer ik zoveel mogelijk tijd ook aan hem te besteden, al voelt het als nooit genoeg. Ik kan niet voorkomen dat hij er over een paar jaar niet meer zal zijn en ik rouw er nu al om. Ik voel onmacht zijn situatie niet te kunnen veranderen, waarschijnlijk dezelfde onmacht die zo velen ook bij mij gevoeld hebben. Deze tijd is dus extra belangrijk, tijd voor hem die zoveel tijd voor mij heeft opgeofferd. Het blijft dus een worsteling voor mij de tijd goed te besteden. Ondanks dat ik al 31 jaar langer leef dan mij leek voorbestemd te zijn…

En toen was alles ineens anders…

Deze dagen zijn als nooit tevoren. Ik heb wat persoonlijke strijd doorgemaakt, maar zo als het nu is, gemeenschappelijke angst voor een onzichtbare vijand, onrust en onzekerheid, niet alleen voor mezelf, maar over de hele wereld, is totaal nieuw. Ik realiseer me nu ineens weer hoe veilig en beschermd ik tot nu toe heb geleefd. Hoe wij in Nederland in een bubbel van zekerheid en vertrouwen konden leven.

En nu? Nu moet ik thuis werken, contact met collega’s wordt zeer afgeraden. Overleggen via Microsoft Teams, conference calls, Skype of gewoon via alleen maar mail communiceren, ook bij werkzaamheden waarbij je iemand naast je wil hebben, die mee kan kijken. Ik kom in een apotheek waar waarschuwingen zijn dat er maar drie mensen tegelijk in de wachtkamer mogen zijn en dat je anders buiten moet wachten. De toonbank is afgezet met een lint om de klant op een afstand te houden. In de supermarkt voel ik me onzeker, kijk rond naar de mensen en heb het gevoel dat ze allemaal besmettingsgevaar vormen. Nog nooit heb ik zo naar andere mensen gekeken. En dat terwijl ik me aanvankelijk niet gek wilde laten maken over ‘een griepje’ dat heerst.

Misschien dat ik me extra onzeker voel omdat ik tot een ‘kwetsbare groepering’ hoor, zoals ze dat nu noemen. Weer een stempel die ik op mij krijg, zoals ik dat vroeger altijd vreesde. En ergens hebben ze gelijk. Met mijn medicijngebruik en mijn getransplanteerde longen loop ik meer risico op, althans dat idee heb ik zeker. Terwijl ik helemaal niet zo in het leven sta. Voor mijn gevoel word ik 80 of meer, haal ik dus gewoon mijn pensioen, en geniet vol van het leven. De werkelijkheid is dat ik nu bijna 30 jaar getransplanteerd ben, dat mijn arts het nog elk jaar een wonder vindt dat ik er ben. En met haar veel mensen. En dat is het ook.

Dus ik probeer mijn manier van leven ook maar eens in te richten op de gedachte dat het bijzonder is dat ik er nog ben, dat het niet vanzelfsprekend is dat ik 80 word of ouder. Ik ben aan het experimenteren om 24 uur te werken in plaats van 32, weer een dag extra in mijn leven die ik aan mezelf kan besteden door naar de sauna te gaan, naar de film of museum of gewoon om lekker uit te rusten. En het is hemels!

De hele coronavirussituatie doorbreekt dit alles echter. Landen die op slot gaan, alles dat ik leuk vind is niet meer bereikbaar: sauna, filmhuis, musea, restaurants, en gewoon op bezoek gaan bij vrienden en familie. Een heel onwerkelijke situatie die mij bang maakt maar ook isoleert. Hoewel wij nog niet zo ver gaan als in andere landen met lockdown zoals het nu genoemd wordt, zie ik toch dat ook wij meer en meer naar Italiaanse situaties lijken toe te gaan. Isolatie, gesloten winkels, beperkt aantal mensen toelaten in de supermarkt. En mensen, die kwetsbaar zijn zoals ik, worden meer en meer ‘gedwongen’ thuis te blijven, binnen te blijven. Dat valt niet mee. Eerder dacht ik hoe fijn het zou zijn gewoon alleen maar thuis te zijn, films kijken, boeken lezen. Nu deze situatie (even los van thuiswerken natuurlijk) zich voordoet, voelt het helemaal niet zo. De rust die ik verwacht had, is eerder onrust. Wat zal ik doen met mijn beperkte mogelijkheden… kan ik naar mijn vader en familie gaan, zal ik mensen bellen dan maar, wat zal ik doen. Idioot hoe ik daarmee bezig ben.

Het gekke is dat de snelwegen nog niet zwijgen. Het gezoem, en geruis dat ik al vroeg hoor ’s ochtends, is nog niet gestild. Ik had gedacht dat de wereld even stil zou staan. Ik had gedacht dat de natuur een adempauze zou krijgen, door geen verkeer meer, door doorbreking van ons oude gedrag van verstoren en vervuilen en misbruiken van de natuur. In mijn omgeving is dit nog niet het geval in elk geval. De vliegtuigen kunnen weliswaar even niet meer vliegen, de cruiseschepen liggen wellicht ook vast aan de kade. Dat scheelt al veel voor de natuur en wellicht dat het stikstofprobleem voorlopig even uit de lucht is. Ook ben ik benieuwd hoe het nu gaat met de oorlogen die woedden. Hoe is het in Syrië, zijn ze daar even gestopt of gaan ze door omdat oorlog geen adempauze kent. Of komen ook daar de mensen even samen, voelen ze een gezamenlijke strijd tegen deze aanval van de natuur op onze manier van leven.

De natuur gaat trouwens gewoon verder. De vogels flirten en flierefluiten in het rond, daten en afspraakjes makend op afstand, of zingen gewoon hun morgen lied. Ik zag vandaag de eerste bij op mijn prachtig bloeiende gele forsythia, en ook een hommel landde even op mijn kobalt blauwe trui, in de gedachte dat ik een mooie bloem was waar hij of zij aan kon snoepen. De knoppen van andere bloemen komen uit, de natuur ontwaakt weer en gaat zijn gang, alsof er niets aan de hand is. En ook de eerste verkenners van de mierenkolonies rondom mijn huis hebben de kieren die toegang geven tot mijn huis al weer gevonden. Weken vroeger dan normaal. Ik had me voorgenomen geen genocide te plegen op die mieren, maar ik merk ook dat ik niet mijn normale doen ben, en dus een potentieel gevaar voor ze ben. Dus hoe ver ik toelaat dat ze binnenkomen en wat ik met ze doe als ze dat doen, ik kan nog niet voor mezelf instaan op dit moment. En dat terwijl ik ze liever vreedzaam verplaats naar een andere plek in mijn tuin.

‘Alles is verbonden met elkaar’. En ‘de natuur vind zijn weg’ zijn kreten die wijzelf niet willen geloven. Wij mensen willen alles beheersen en naar onze hand zetten. Nu voor het eerst sinds tijden is het weer eens zover dat we zelf bedreigd worden, en hebben we geen antwoord. Hoewel deze situatie voor veel mensen, waaronder mijzelf, een enorme impact heeft, is het goed te realiseren dat het leven niet vanzelfsprekend is. Dat de strijd van de mens om te overleven, die er altijd geweest is, nooit ophoudt. Sommigen hebben dat voor deze crisis al dagelijks ondervonden, door oorlog, armoede, hongersnood. Ook voor mij is het leven niet vanzelfsprekend geweest en nog steeds. Ik leef nog steeds in ‘borrowed time’, en heb het cadeau van verlenging van het leven mogen ontvangen.

Maar ineens bevind ik me in een situatie die andere mensen eerder meegemaakt hebben, die overvallen zijn door tijden van onzekerheid, die de oorlog hebben meegemaakt en ook zomaar in een situatie kwamen die ze niet in de hand hadden, die moesten accepteren dat ze onderdrukt werden. En niet wisten hoe het morgen of over een week of langer zal zijn. Ik had niet gedacht dat dit mij zou overkomen. Ik wil aan alle kanten vertrouwen en zo lang ik thuis blijf gebeurt er hopelijk ook niets. Maar het voelt erg machteloos allemaal. Ik zal blij zijn als iets van het vertrouwde weer snel terugkomt.

Ik hoop dat de saamhorigheid het wint van het streven naar eigen veiligheid en zekerheid. Dat het hamsteren ophoudt, en ons realiseren dat anderen ook diezelfde spullen nodig hebben en dat hen ontnemen door alleen ons eigen belang na te streven. Dat het respect voor elkaar weer terugkomt en we een gemeenschapsgevoel herbeleven.

Ik wens iedereen in elk geval goede gezondheid en verstand toe. Dat we met elkaar deze onzekere tijd doorkomen en meer tot elkaar komen nu we meer en meer uit elkaar gehouden worden. Dat het gemis van aanraking, knuffels, direct contact snel weer mogelijk is en het isolement van korte duur is.

Veel sterkte allemaal in deze tijd en laten we met elkaar blijven hopen op snel herstel.

De vakantie is weer voorbij…

De vakantie is weer voorbij en daarmee de rust ook… de rust op de wegen, op het werk, eigenlijk overal.

Hoewel ik nagenoeg de hele vakantie gewerkt heb, en heel veel opgeruimd heb, ben ik ook weer nieuwe uitdagingen aangegaan. Zo heb ik mijn lang gekoesterde ‘droom’ waar gemaakt: ik heb mijn hoofd kaal geschoren. Niet alleen met de tondeuse alles eraf, nee, ook met scheermes en scheerschuim, tot op de huid, alles eraf. Ik schrok me rot toen ik bezig was, en heb ook de nodige momenten met de tondeuse in mijn hand gestaan voor ik de eerste haren eraf tondeerde… Ik was heel benieuwd hoe het zou zijn, hoe het zou voelen. Nou, het voelt niet… heel raar, het is net of ik een slangenhuid op mijn hoofd had. En ik voelde me ook heel kwetsbaar, vreemd genoeg. Het haar is toch tot op zekere hoogte een vorm van bescherming van het hoofd. En dat gemis voelde ik. Maar het was ook lekker met mijn hand over mijn hoofd te voelen… En omdat ik een week op vakantie ging, dacht ik dat het ook geen rare gezichten zou gaan geven: ik kende niemand op mijn vakantie…

Want mijn vakantiebestemming was l’Huy Preau, een cursusoord in de Morvan. Een hele week biodanza stond op het menu. En dat was een heel fijn menu, al vroeg ik me wel af hoe het zou zijn om een hele week, 2x per dag, biodanza te doen. Maar het is was echt heel fijn. Een nieuwe groep mensen, een plek ver weg, mooi weer, een fijne docente (Renée Mars), en een prachtige plek. De hele week biologisch vegetarisch eten, vers van het land, het was een genot! En een verrassing want vegetarisch eten is nog maar net een novelty waar ik me aan waag. Direct voelde ik me daar echter thuis. Fijne mensen, met fijne gesprekken. En het was dus ook te kort. Na thuiskomst de maandag erna weer werken, dat viel tegen…

Een tweede heerlijke verrassing was mijn weekend Ardennen met NMLK. 50 vreemde mensen, feesten in een grote villa met zwembad en sauna, dat was de uitnodiging. Lekker feesten. In een opwelling had ik me aangemeld, en ik moest direct betalen dus zat er ook een soort aan vast. Tot op de dag van vertrek had ik het idee dat ik het kaartje moest verkopen. Ik ben helemaal geen feestbeest, drink nauwelijks, dus feesten aan het zwembad leek me niet echt mijn ding. Maar het idee van nog een weekendje weg aan het eind van de vakantie leek me heel lekker. En ik had me weer druk gemaakt voor niets! Het was ontzettend leuk! Leuke mensen die allemaal een fijne tijd willen hebben, die open staan voor contact. En wat kanoën en klunen over rotsen (vanwege de lage waterstand), lekker bij het zwembad bakken, beetje zwemmen en kletsen, en op zondag een wandeling op en neer in de Ardennen, ongelooflijk pittig, maakte dat ik veel nieuwe mensen leerde kennen. En dat is natuurlijk de bedoeling van NMLK. Dus een geslaagd weekend als afsluiter.

En nog fijne weekenden te gaan. Een cabriorit met NMLK, zeer geslaagd! Want die was vandaag 🙂 Heel leuk met drie verschillende dames in de auto (eentje tegelijk), lekkere lunch, al met al een zonnige middag en dus lekker open kunnen rijden. Lekker rozig naar huis. En met nog andere leuke dingen in het verschiet kijk ik al weer uit naar de dag van morgen. To be continued 🙂

Leven om te leven

Van de week mocht ik even het gevoel beleven van sterstatus. Ik was bij een publiekslezing over Transplantatie in het UMCU in Utrecht. Ik kwam aan met een vriend van me, die me hierop had geattendeerd. Vrijwel direct kwam er iemand op me af die me vertelde dat hij arts was en straks een praatje ging houden waarin mijn verhaal, vooral het crowdfunding verhaal voor het bij elkaar krijgen van het geld voor onze transplantatie door mijn koor Message, zou gebruiken en of ik dat goed vond. Natuurlijk vond ik het goed. Zou ook best lullig zijn geweest als ik het niet goed had gevonden, want het was een belangrijk onderdeel van zijn verhaal… En een bijzonder moment was dat hij mijn aanwezigheid benoemde aan de toehoorders in zijn verhaal, degene die de eerste dubbele longtransplantatie in Nederland had ondergaan, waarop ik mezelf liet zien door op te staan. Ik zag al die artsen naar me kijken, met een bijzondere blik. En naderhand werd ik ook met andere ogen bekeken dan voor het verhaal. En met het spreken van de longarts zei hij dat hij vereerd was om mijn hand te schudden, dat hij regelmatig zijn patiënten over mij vertelde, terwijl hij mij niet eens kenden. En ook anderen kwamen speciaal mijn hand schudden… Het gaf me een heel bijzonder gevoel.

Vandaag zag ik een film, Yesterday, over een man, een geflopte zanger, die door een bus aangereden wordt en vanaf het moment dat hij wakker wordt merkt dat niemand ooit van de Beatles gehoord had. Dat hij hun nummers ging zingen en meteen wereldberoemd werd. Maar het belangrijkste van de film was eigenlijk dat hij zich alleen maar ongelukkig voelde omdat hij zich een oplichter voelde, pronken met andermans veren, ook al (her)kende niemand die veren. En het tweede belangrijkste was dat hij de liefde van zijn leven nooit goed heeft laten weten dat zij dat was, en er toch voor ging uiteindelijk.

Ik voelde ineens een enorme hunkering naar die liefde. En al denkend en voelend realiseerde ik me dat ik me ook een enorme oplichter voel. Een oplichter van mezelf en misschien ook wel mijn donor. Ik vroeg me af wat ik gedaan heb met die enorme gift van het leven, twee prachtige donorlongen die mijn leven redde en me de kans gaven verder te leven. En gek genoeg voelde ik me vooral een verliezer. Wat heb ik gedaan met wat ik heb gekregen? Een presentator bij een snookerwedstrijd op televisie zei heel mooi: ‘hij speelt niet om te winnen, hij speelt om niet te verliezen’. En zo voelt het af en toe ook voor mij. Leef ik om het leven te leven, alles er uit te halen? Of leef ik om niet dood te gaan. Ben ik soms nog steeds in de modus van overleven in plaats van het leven te genieten. In het Spaans zeggen ze zo mooi: disfrutar la vida, en carpe diem, pluk de dag!

Ik realiseer me dat ik eigenlijk helemaal niet goed weet hoe ik het leven kan leven, vol passie en dankbaarheid. En ook het gaan voor liefde, ik weet feitelijk niet hoe dat moet. Er zijn zoveel mooie bijzondere mensen om me heen, zoveel liefde om me heen, maar het voelt of ik geen contact kan maken. Dat als ik het probeer aan te raken, te pakken, mijn handen erdoor heen bewegen, als een hand die een geest probeert te pakken, maar zie dat de hand er dwars doorheen gaat. Het voelt alsof ik alleen loop over een verdriet weg, met allemaal huizen met verlichting, waar mensen leven, hun leven delen, vreugde en verdriet. Het voelt weer alsof ik het jaar van mijn transplantatie op de 6e verdieping in het Leijenburg ziekenhuis lig, waar ik maar lig te liggen, te overleven, ziek, zonder enig nut, wachtend op de dood… of het leven. En het leven langs zie komen, op de gang, op de weg.

Sinds het overlijden van mijn zus lijkt het of mijn belangrijkste steun, richting, zekerheid, is weggevallen. En tegelijkertijd begon ik mijn andere steun, mijn moeder, die altijd alles zo mooi kon relativeren met een paar eenvoudige woorden of oude spreuken of gezegden,  langzaam maar zeker te verliezen aan de Alzheimer. Gelukkig heb ik nog mijn vader en mijn broer, die beiden daarvoor, en nog meer erna extra belangrijk zijn geworden voor mij.

Maar sinds het overlijden van mijn zus ben ik meer dan ook op zoek naar mezelf. Met persoonlijke ontwikkelingscursussen, met extreme oefeningen erbij, om maar vooral te ontdekken waar mijn grenzen liggen, waar mijn behoeften liggen, bij mijn gevoel te komen, mijn verdriet te onderkennen, en mijn boosheid.

En ik realiseer me dat ik altijd al dwangmatig bezig om liefde en aandacht te krijgen, te grijpen, maar het zo werkt dat blijkbaar niet. Ik zag laatst dat iemand gewoon ergens stond, en een ander, gewoon een vriendin, vanachter tegen hem aan kwam staan, hem steunde, zonder dat hij erom vroeg. En ik, ik ben continue om me heen aan het kijken, ik wil graag die man zijn, waar iemand ongevraagd tegenaan gaat staan. Ik voelde een verlangen, en een gevoel van jaloezie. En een gemis.

Ik sprak gister iemand die me vertelde dat ze teleurgesteld is dat ze nog steeds niet dat ‘geweldig grootse’ had gedaan dat ze had gehoopt te doen in het leven. Iets dat het verschil maakt. En ik zei dat ze dag al dagelijks doet, in het bijzondere dat zij doet voor mensen in haar leven. En dat elke dag dus geweldig bijzonder is. En toch, zelf heb ik blijkbaar datzelfde gevoel. Als ik andere getransplanteerden hoor, die ook nog suikerziekte hebben, of soms een lever of niertransplantatie, of meerdere keren longtransplantatie hebben gehad, die de boer op gaan om over transplantatie te vertellen,  dan denk ik ‘dat zijn de echte helden’! Zij hebben zoveel meer meegemaakt dan ik. Zoveel meer strijd moeten leveren. Ik heb slechts één maal een transplantatie ondergaan. En toen had ik zeker de hulp en liefde van heel veel mensen, die geld verzameld hebben, om de rest van mijn leven mogelijk te maken. Ik voel wel dat ik trots ben te horen dat artsen aan andere patiënten mijn verhaal vertellen. Dat CF-ers en getransplanteerden mij nog steeds als het voorbeeld zien van iemand die heel lang met donorlongen leeft, en dat zij dit ook willen. Maar ik zie dat eigenlijk niet als een prestatie, hooguit dat ik enorm veel geluk heb gehad. Integendeel, als ik vertel dat ik vier keer een burnout heb gehad, dan schaam ik me, dat ik me door werk heb laten domineren en beheersen en het belangrijkste in het leven totaal uit het oog heb laten raken.

Want ik realiseer me dat lang leven op zich helemaal geen doel is. En ook niet zou moeten zijn. Het doel zou moeten zijn de kansen te grijpen op een waardevol leven, een liefdevol leven, hoe lang het ook duurt. Het gevoel te hebben dat je alles gedaan hebt om datgene dat je aangeboden wordt op je pad ook aangepakt hebt. En ik heb dus dat gevoel niet! Eerder schreef ik over mijn ‘vermijdingsgedrag’. Ik lijk wel te bang te zijn om te leven, om hetgeen op mijn pad komt, te durven aan te pakken. En waarom? Ik heb geen idee! Heb ik het soms niet geleerd, als kind, is het een geestelijke beperking van mij, is het mijn verstand die me continue blijft behoeden voor …. wat dan ook, om vooral mijn gevoel niet de overhand te laten hebben? Zoals vlak voor mijn operatie, dat ik vooral niet bij mijn angst moet komen dat het niet goed zou met de operatie, dat ik niet meer wakker zou worden? Focussen en hard en sterk en moedig zijn om het allemaal aan te kunnen. En niet te realiseren dat dit ook prima kan als ik wel het gevoel toe laat? Mijn continue angst beperkt mijn leven blijkbaar zo dat ik niet grijp wat er te grijpen valt, niet zie wat er te zien valt, niet hoor wat er te horen valt.

Ik weet eigenlijk nog niet goed waar dit alles heen moet gaan. Ik schrijf dit soort gedachten in de hoop tijdens het schrijven ook de antwoorden te vinden. Het helpt me mijn gedachten te ordenen. Ik kom er alleen niet even niet uit… Ik begrijp wel dat ik het leven deels moet laten gebeuren, zoals de man die vanzelf de vriendin in zijn rug voelt. Maar ook dat je actief moet kiezen, zoals de zanger die niet kiest voor de onechte roem, maar voor de vrouw waar hij altijd van gehouden heeft toen hij nog een geflopte zanger was, maar het leven zoveel rijker was dan hij dacht. Het zijn twee tegenstrijdige handelingen, laten gaan of ervoor gaan. En tot nu toe voelt het alsof ik daarin enorm faal. Althans zo voelt het nu even. Misschien hoort het er even bij, dit moment van het leven, na het verlies van mijn tweede steunpilaar, en is mijn leven uit balans. Het is in elk geval wel een belangrijk moment van bewustwording, hopelijk helpt het mij verder, bij het loslaten en bij het handelen op het juiste moment. Leven om te leven in plaats van leven om niet dood te gaan…

Het roer omgooien

Ik vind het leven maar complex. Het ene moment zit ik gezellig met mijn collega’s, lekker lachend in een café, na samen gegeten te hebben en jeu de boules gespeeld te hebben, het andere moment lig ik in bed te denken aan wat de laatste tijd allemaal speelt. Elise Moll die nu bezig is haar begrafenis te regelen, een prachtige meid van nog maar 26 jaren, die, net als ik, het noodlot heeft moeten treffen met Cystic Fibroses (CF)te zijn geboren, met een heel leven aan strijd daartegen, een strijd die je niet kunt winnen. En dat ik in februari definitief afscheid van mijn moeder heb moeten nemen, een moeder die zoveel gegeven heeft, zoveel liefde en kracht in zich had, maar ook door mijn ziekte veel heeft moeten lijden. En eerder al mijn zus Ellen, die ook na 46 jaar het onderspit heeft moeten delven, ondanks dat haar leven met 16 jaar verlengd mocht worden dankzij een donor, die na een eigen leven nog het leven heeft kunnen en willen doorgeven. En dan het overlijden van Gert Duermeijer een paar weken geleden, de ex-schoonvader van Ellen en daarmee weer een stukje geschiedenis wegvalt… nee dit soort gedachten stemmen me even niet vrolijk.

En ondertussen in dat zelfde bed op dat zelfde moment woedt in mijn eigen hoofd de strijd van allerlei gedachten over mijzelf. De gedachten over het alleen zijn, dat ik nu al bijna 53 ben en me afvraag wat ik nu met mijn leven gedaan heb. En dat ik al die tijd nagenoeg alleen leef, alleen in de zin van niet in een relatie. De gedachten die door mijn hoofd spelen van het ook echt alleen zijn, en dat soms ook echt voelen. Gedachten van falen, van kansen niet gegrepen hebben, van leven vanuit angst. Van gedachten van teleurstelling dat ik na 28 jaar getransplanteerd te zijn, een zegen en een ongekend geluk, ik maar bar weinig gedaan heb met dat geluk. Me te realiseren dat ik een ‘vermijder’ ben, zoals laatst op het werk uit een test bleek. Is dat het dan? Dat ik een vermijder ben, dat mijn leven geregeerd wordt daardoor en dat ik daarmee te dealen heb? Vermijder van angst, van pijn, van geluk, van aangaan van een verbinding met een ander mens. Het vermijden van kiezen waar mijn hart echt naar uitgaat? En alleen relaties aangaan die niet uit verliefdheid zijn maar uit blij zijn dat überhaupt iemand voor mij kiest, vanuit een minderwaardigheidsgevoel of een hoop dat het misschien wel wat gaat geven (en vaak al met al ook wel heeft gegeven) en ik niet meer alleen ben. Het vermijden van confrontatie, anderen niet te willen kwetsen, ook al betekent het dat ik in feite mezelf kwets. Is dat wat CF met zich meebrengt? Of is dat de manier waarop ik in het leven ben gaan staan al  dan niet door de CF? Het is moeilijk voor mij te bepalen wat van mij is en wat een reactie van mij is op wat mij is overkomen, en ik soms ook heb laten gebeuren.

Waarschijnlijk en hopelijk doe ik mezelf te kort. Ben ik meer dan mijn gedachten, heb ik meer bereikt dan ik denk, is het feit dat ik nog leef te danken aan mijn doorzettingsvermogen, aan mijn kracht, juist mijn manier van leven. De gedachte dat ik dit volhoud juist omdat er geen relatie is, niet iemand om me op te richten behalve op mezelf, is geen fijne, als die zou kloppen. De relaties die ik heb gehad, hebben me allemaal veel gegeven, maar ook veel gekost. Het idee dat het voor mij beter is om alleen te zijn en te blijven is geen fijne gedachte, als ik zie hoeveel het me zou kunnen geven. Als ik maar de juiste persoon zou treffen, zou kiezen en gaan voor degene die echt bij mij mij past… waarschijnlijk is deze gedachte ook een utopie.

En daar zit hem juist de crux. Ik weet niet meer wat of wie goed voor me is, ik weet meer en deel van de tijd eigenlijk niet goed wat nu eigenlijk mijn behoefte is. En als ik dat al wel weet, dan weet ik niet goed hoe ik die moet bevredigen. Wat daarvoor nodig is. Maar meestentijds ben ik hier helemaal niet mee bezig. Ik laat me met de stroom van het leven meegaan, maak niet veel echte keuzes maken, ik vul de tijd zoals het komt. Het lijkt heel zen, maar in wezen voelt het ook als een soort vermijden van echt invulling geven aan mijn leven.

En dan komt daar ook nog de zorg over mijn welzijn bij, dat ik sneller kortademig ben de laatste maanden. De eerste gedachte is natuurlijk dat het mis is. Dat na zoveel tijd de koek ook voor mij op is. Die gedachte heb ik al vaker gehad, in elk geval elke keer als ik een burn-out had, zo’n vier keer nu. En elke keer vergeet ik hoe het was, behalve erg beangstigend. De gedachte die nu bij mij leeft is dat, als het echt zo is, ik er zelf schuld aan heb. Dat ik drie weken een kurkuma-kuur heb gevolgd via een natuurtherapeut, en ik daarna hoorde dat kurkuma, net als st. Janskruid en grapefruit niet goed samengaan met het gebruik van medicijnen tegen afstoting…

Nee, het is niet fijn wakker worden met dit soort gedachten, overdenkend de enorme strijd mijn hoofd die vaak woedt over wat nu goed is en wat niet, dat ik wat moet en het niet doe, en daar een oordeel over heb, al die gedachten die meer met me doen dan ik merendeel van de tijd realiseer, en daarmee een stempel drukken op mijn ‘zijn’, mijn geluksgevoel.

Het stomme is dat ik weet dat dit niet alles is wie ik ben. En zeker niet dagelijks. Ik ben ook de persoon die nu achter zijn laptop in zijn studeer/yoga/kleren kamer zit, met het zonnetje dat door het raam op mijn hoofd schijnt en me helemaal warm maakt, van buiten en van binnen. Die intens kan genieten van mooie dingen in het leven, van sushi, van diezelfde zon, van gezelligheid, van waardering, van tennissen, en zwemmen en voelen dat ik leef! Ik geniet van de mensen om me heen die er nog wel zijn, mijn familie, mijn vrienden, van interactie op mijn werk met mijn collega’s…

Het leven is en blijft complex. Een keer, vroeg of laat, kom ik misschien in de situatie zoals Elise, en mijn moeder, dat anderen mogelijk bij mijn bed staan, en afscheid van mij komen nemen, en ik vertrek uit dit leven, waar dat ook heen gaat: naar Ellen en mijn moeder, en anderen die het leven al voor mij achter zich gelaten hebben. Die gedachte maakt wel dat ik het gevoel krijg dat ik daartegen wil strijden. En niet wil toegeven aan die gedachten die mij een negatief gevoel over mezelf geven.

Ik weet ook niet goed wat ik mezelf nu precies toewens. Is het een gevoel van rust, vertrouwen, zorgeloosheid of is het juist goed dat ik al die gedachten heb, die onrust, die angst, die me misschien juist meer doen beseffen dat ik leef en niet als een zombie door het leven ga. Ik wil in elk geval intens leven, dat wat er is ik ook echt voel. Die gevoelens van verdriet, van angst, van gemis, zijn denk ik nodig om ook die mooie, fijne, warme, plezierige gevoelens gewaar te zijn.

Misschien brengt dat gevoel van alleen zijn me tot waar ik moet zijn, of alleen blijven of uiteindelijk toch in een relatie. En misschien is alles wat ik beleef en voel en denk in het leven bedoeld als het opdoen van ervaringen, van wat wel en wat niet goed werkt voor mij. Zoals de gedachte of ik nu wel of niet een hondje wil nemen, wat misschien alleen maar vervanging is of juist een prachtige aanvulling van mijn leven. Soms zou het fijn zijn als ik wat beter wist wat ik wilde, wat goed voor me is. Het omgooien van het roer, een totaal andere koers gaan varen in het leven, vind ik sowieso lastig, maar misschien is dat af en toe wel nodig. Soms moet daar eerst van buitenaf wat voor komen. Als ik dat toelaat tenminste…

En misschien is dat al gaande… in een paar jaar tijd ben ik al veel dingen anders gaan doen, vanuit kleine dingen: een baard laten staan, minder vlees eten, bewust eten en drinken, minder douchen, mijn huis totaal anders inrichten via allerlei verbouwingen, werkstress verminderen door een minder zware functie aan te nemen, yoga, mediteren, persoonlijke ontwikkelingscursussen om mezelf beter te leren kennen en veel van verdriet te verwerken, alleen naar films gaan, sauna, musea of wandelen.

Ik heb misschien al meerdere keren kleine roertjes omgegooid, dus mogelijk mag ik erop vertrouwen dat het toch wel zal gaan zoals het goed voor me is en wat milder naar mezelf kijken…

Mannen met baarden

Op gegeven moment was ik het zat om me elke dag te scheren. En ik was wel benieuwd naar hoe een baard zou staan. Dus sinds 10 november jl. scheer ik me niet meer. Minimaal 3 tot 4 weken was mijn doel. En dan maar zien. En dat is nu bereikt.

Het is grappig hoe zo’n kleine verandering, die toch niet wereldschokkend is, toch zoveel met zich meebrengt. Om te beginnen zie ik ineens dat er heel veel mannen met baarden zijn. In verschillende vormen. Het is net als een nieuwe auto kopen, normaal zie je het merk en type bijna nooit op de weg, na aanschaf lijkt iedereen er mee te rijden.

Ten tweede heb ik ineens heel andere gesprekken met mensen. Het begint bijna altijd over mijn baard als mensen me voor het eerst daarmee zien. Gelukkig zijn het over het algemeen hele positieve reacties. En ik heb ineens gesprekken met mannen met baarden, over hoe zij het onderhouden, waarom zij voor die vorm hebben gekozen enz. Heel bijzonder en apart tegelijk. Het is in elk geval een makkelijk onderwerp, alsof je bij een nieuwe club hoort: Mannen met baarden.

Ten derde is mijn eigen gewaarwording van mezelf veranderd. Ik neem al sinds 10 november elke dag een foto van mezelf, om de voortgang, de groei van de baard misschien in een filmpje heel snel te kunnen volgen. Vooral onder de douche is de beleving heel apart. De baard wordt natuurlijk ook nat en als ik met mijn hand over mijn gezicht ga voel ik ineens een dikke plak op mijn wangen… heel apart als je al 52 jaar gewend bent een gladde huid te voelen. En dan komt meteen de gedachte, die moet ik natuurlijk ook met shampoo inzepen…

Het was wel erg wennen, want een baard kriebelt nogal. Zeker als het in de hals doorgroeit. Dan hoor je dat je twee vingers boven de adamsappel moet vrijmaken. Wat weer een hele kunst is, want zo’n goed zicht heb ik daar ook weer niet op. Want als het scheef is, is dat ook geen gezicht. Dus er komt ook nog wel wat bij kijken.

In de spiegel kijkend voel ik me eigenlijk best tevreden met mijn nieuwe gezicht. Vooral de positieve reacties van anderen bevestigen mijn eigen gevoel. Laatst vrijdag wilde de dirigente van mijn koor zelfs ‘even voelen’… waarna ze met haar hand langs mijn wang streek, heel bijzonder.

Ooit heb ik een week mijn baard laten staan om te zien wat dat deed. Die werd toen nog rossig. Nu is de tand des tijds duidelijk aan het knagen aan mijn gezicht want de baard is toch echt zout en peper, oftewel grijs. Maar schijnbaar heeft het juist wat ruigs.

En vooral is er de opmerking dat het zo mannelijk is. Altijd fijn als je als man ook mannelijk gevonden wordt. Door mijn ‘aparte’ stem, zoals laatst weer een kind van 6 tegen mij zei, willen mensen door de telefoon nog wel eens in dubio zijn, maar ja, dan zien ze mij ook niet natuurlijk.

En als laatste voordeel: het is lekker warm! De warmte van het gezicht blijft in de baard hangen, dus bij koude wind of koude temperaturen heb ik een natuurlijk wollen dekentje. Wat wil een mens nog meer! Niet voor niets zijn de mannen die hoge bergen beklimmen vaak mannen met baarden. Het is even afwachten hoe het is als het warm is, want dan zal het wel minder fijn zijn, maar ja, je kunt een baard ook heel kort houden… oftewel een win-win situatie.

In elk geval ben ik nu zelfs overgegaan tot de aanschaf van een baardtrimmer! En dat is toch wel handig. En ook weer een heel nieuw instrument om te leren gebruiken. En te ontdekken wat ik dan wel wil met die baard, hoe die eruit moet zien, wat ie überhaupt doet als ie groeit. En vooral hoe lang kan die worden.

Het leven is vol verrassingen zo blijkt maar weer, en het leuke is dat je dat zelf soms heel makkelijk kan beïnvloeden. Even iets veranderen aan jezelf of je omgeving en de blik op de wereld, het leven, wordt ineens heel anders 🙂

NB. Voor een blik op mijn nieuwe gezicht moet je maar even op mijn site kijken, stoelenga.nl

30 jarig Jubileum Message

Afgelopen zaterdag had ik het 30 jarig jubileum of gospelkoor Message, oorspronkelijk uit Baarn, maar in 2003 verhuist naar Amersfoort. Tot op heden bestaat Message dankzij die actie nog, dus het was een heugdelijke beleving, een weerzien van veel oudleden maar ook leden van het ‘nieuwe’ koor voor mij, een waar feestje dus. Het begon al met de samenkomst om half 2 en het eindigde om 23.30 uur toen ik bijna als laatste wegging. Moe maar voldaan. We hadden 10 nummers gezongen, waarvan allemaal oudjes, die nog vers op de harde schijf stonden en als vanouds met het nodige volume en snelheid gedurende een uur ten gehore werden gebracht voor eigen meegenomen publiek. Waarbij we ook nog 20 minuten hebben mogen genieten van het huidige Message. Velen had ik lang niet meer gezien en het was fijn te merken dat iedereen blij was elkaar weer te zien. Even kwamen de afwezigen ‘nog langs’, via opsomming en via beelden van toen, waaronder een opname van U zij de Glorie en de reis naar Hongarije. Even voelde ik weer de afwezigheid van Ellen, maar het is fijn af en toe weer aan haar herinnerd te worden, vooral in een omgeving waar zij zich ook zeer thuis voelde. En een bijzondere bijkomstigheid is dat ik nog elke dag deze week de liedjes van zaterdag zit te zingen, zelfs op het werk. Zingen kan je echt blij maken! Dat blijkt wel weer!

Als ik ga weet dan dat ik ga met een glimlachAls ik val weet dan dat ik in handen van vertrouwen opgevangen wordtAls ik weg ben vul mijn leegte niet met tranenMaar met een glimlach om hoe ik in het leven stondWant de schijnbare leegte is ooit een vol leven geweestEn wordt niet leeg door mijn afwezigheidGeniet in plaats daarvan!Want het leven biedt altijd weer kansenHoe onwaarschijnlijk dat ook lijkt. Mijn hart liep altijd over van liefdeMijn hoofd over van gedachtenAls het leven als een zware last druktBreng er dan iets voor in de plaatsOf zoek iemand om die last te delenWant er is altijd iemand die op je wacht!Mijn leven was bijzonder, het jouwe ook!

Betekenis van je naam

Onze naam zegt soms meer over ons zelf dan we denken. Vaak vind je iemand echt bij zijn naam passen. Om het mysterie van je eigen naam wat minder groot te maken, een site waar je de betekenis van je naam kan opzoeken, en kijken of je ook vind dat jouw naam bij jou past. http://geboorteregister.nrc.nl/zoeken/voornaam/

In mijn geval:

Robert: Tweestammige Germ. naam uit Rod-, Hrth- `roem' (zie roe(d)-) en -bert `glanzend, stralend, schitterend' (zie -brecht-). De naam betekent dus ongeveer `schitterend door roem'.

De eigenlijke Du. vorm is Rupprecht; Robert is Nederduits en Ndl. en waarschijnlijk oorspr. ook Noordfrans (tal van namen herinneren daar nog aan een oorspr. Germ. bevolking). Door de Normandirs kwam de vorm Robert althans naar Eng., waar het een van de populairste namen werd. Vanuit Eng. kreeg hij ook weer grotere populariteit op het vasteland.

De Du. vorm was geliefd bij verschillende vorstenhuizen, waardoor de naam daar steeds frequent in gebruik bleef.

Heiligennaam:

1) Robert, abt van Molesme, geb. ca. 1027 in Champagne. Hij stichtte in 1075 voor de kluizenaars in het woud Colan de abdij Molesme; gest. 1111; kerk. feestdag: 29 apr.;

2) Robert, stichter en abt van Chaise-Dieu; gest. 1067; kerk. feestdag: 24 apr.;

3) Robert van Arbrisset (Arbresec), geb. 1055 `60 in Arbresec in Bretagne. In 1069 werd hij aartspriester in Rennes. Hij stichtte verscheidene kloosters. Waarschijnlijk gest. 1117;

4) Robert, abt van Newminster (Eng.); gest. 1159; kerk. feestdag: 7 juni;

5) Roberto, abt van Soleto (Sala), geb. 1272. Hij is de stichter van 14 kloosters; gest. 1341; kerk. feestdag: 18 juli;

6) Rupert van Bingen, hij ligt begraven in het kerkje bij de samenvloeiing van Nahe en Rijn (Rupertsberg); kerk. feestdag: 15 mei;

7) Rupert (Hruodperht, Ruodpert, Hrodpert, Ruprecht), eerste bisschop van Salzburg, gest. 718 (?). Kerk. feestdagen: 27 maart en 24 sept. (Herbstruperti). Het is een volksheilige, vooral vereerd in Oostenrijk en Beieren (vgl. Rupertiwinkel tussen Inn en Salzburg). In Schotland is de naam mede populair door Robert de Bruce (Schots: Raibeart Brus; zie ook Bruce) 

De wachtkamer

Ik voel me goed! Met het vooruitzicht van leuke dingen, voel ik me 'on top of the world'. En dat is wel eens anders geweest. Rond deze tijd 21 jaar geleden werd ik ziek. Ik wilde niet naar het ziekenhuis, het was er de tijd niet voor (zoals ik wel vaker dacht). Ik wachtte tot het nieuwe jaar en toen was het bijna te laat. Vervolgens kwam ik een jaar in een wachtkamer te zitten. Een wachtkamer van een station waarvan ik niet wist of deze in gebruik was. Of er überhaupt een trein zou komen. De wachtkamer van tegenwoordig is anders. Het station is in gebruik alleen is de grote vraag ‘komt mijn trein op tijd en waar brengt deze me dan heen’. Ik blijk een lange afstandstrein opgepikt te hebben, een trein waarvan ik nog steeds niet weet waar deze me heen brengt, naar Maastricht of helemaal naar Rome of nog verder.

Na 20 jaar in die trein voel ik me geen cf-er meer. Mijn gerecyclede longen voelen als een maatpak in mijn lijf, ik ben één mijn lichaam. En dat voelt goed! Het is niet altijd zo, ik voel regelmatig het gemis, het gemis van mijn maatje Ellen, mijn zus, en nu sinds kort ook de steunpilaar dr. van der Bosch, die ook uit de trein is gestapt. Ik voel het gemis van iemand met wie ik mijn leven kan delen, ik voel de angst dat ik alleen kom te staan, omdat mijn ouders ouder worden en misschien zowaar nog eerder zullen overlijden dan ik. Dat perspectief was er nooit. En dat beangstigt me misschien nog het meest. Natuurlijk heb ik mijn broer nog, en mijn zwager, en lieve vrienden, helemaal alleen kom ik als het goed is niet te staan, en dat troost me wel, maar het idee dat ik wederom een strijd aan zal moeten gaan, met het gemis van paar belangrijke mensen, daar kan ik soms niet om heen.

Het is gek, 20 jaar, met ups en downs in gezondheid, ben ik nog steeds in beweging, ver weg van de wachtkamer die ik bijna al vergeten ben, op weg, naar wat dan ook. Ik voel bevoorrecht, zeker! Dat ik degene mag zijn die het station heeft geopend, die de wachtkamer levend heeft gemaakt. Maar het maakt mijn reis niet onzekerder. De angst van vroeger, waar gaat mijn leven heen, neemt niet af met transplantatie. De verlenging van het leven is nooit genoeg. Als ik hoor dat het leven nu met longtransplantatie gemiddeld 8 jaar verlengd wordt, waar de verwachtingen 20 jaar geleden nog 3 was, dan denk ik hooguit dat ik de koploper ben, maar voor hoe lang! Maar eigenlijk maakt dit niet uit. Ieder gaat zijn eigen strijd aan in het leven, reist zijn eigen pad. En het enige is dat het pad een keer ophoudt. Dus hoop ik maar dat ik nog veel bijzondere en exotische adresjes aan mag doen op mijn reis, waar ik bijzondere dingen mag beleven, mag voelen en bijzondere mensen mag ontmoeten. En dan hoop ik dat als ik mijn eindstation heb bereikt, ik ook tevreden kan zijn en genoeg nemen aan wat mijn reis mij heeft gebracht.

Mijn angsten zijn met transplantatie niet weg, soms lijkt het leven alleen maar moeilijker in te vullen door alle keuzes die ineens op mijn pad liggen. Het kiezen van een spoor, een wissel, het durven aangaan van een routewijziging, niet wetend wat het me zal brengen, het los laten van controle, dat altijd zo belangrijk was om de dingen te doorstaan, het valt me niet mee. Maar één ding is zeker: ik zit al lang niet meer in die wachtkamer, ik ben onderweg, al heel lang, en heb mijn verleden ver achter me gelaten. Nu al weer bijna de helft van mijn leven. En dat voelt goed! Dus wat ik ook nog onderweg meemaak, ik mag de dagen die ik reis koesteren. Dat ik me goed voel, dat ik me gelukkig voel, ondanks mijn gemis.

En ik denk aan de mensen die nog in die wachtkamer zitten, die bang zijn, hopend dat ook voor hen een trein komt, en op tijd! En dan begint ook hun reis. Ik wens al die mensen, die in de wachtkamer zitten heel veel sterkte deze dagen, het komend jaar, en alle jaren die misschien nog moeten volgen. Ondertussen geniet ik van mijn stemming, van mijn gevoel, zo lang als het aanhoudt!

Ik wens iedereen hele fijne kerstdagen en een gezond en gelukkig 2011!!