Afscheid

Op 20 januari 2022 vond ik mijn vader overleden in zijn bed thuis. 88 jaar en 4 maanden was hij toen, waarvan bijna 56 mijn vader. Het was een onvoorstelbare schok, we zouden die dag naar het ziekenhuis gaan om vocht uit zijn longen te laten halen, zodat hij weer meer adem zou hebben. Ook waren we bezig hem meer hulp te geven en eventueel naar een verzorgingstehuis te laten gaan. Hij vond het waarschijnlijk wel welletjes, de koek was op, het leven was klaar voor hem, tijd om naar mijn moeder en Ellen te gaan. Op 28 januari hebben we afscheid van hem genomen in de Emmakerk. In die dienst heb ik de volgende tekst voorgedragen:

Lieve mensen,

Wat fijn dat jullie gekomen zijn voor het afscheid van mijn vader en als steun voor ons! Ondanks de rare tijden waarin we ons bevinden. En ook aan de mensen die deze dienst meekijken thuis, bedankt!

We zijn hier om afscheid te nemen van mijn vader, mijn held!

Als kind leefde hij in Indonesië met Indische kinderen, In het Jappenkamp ontmoette hij voor het eerst Nederlandse kinderen. Zelfstandigheid kwam vroeg toen hij als 14 jarig kind alleen met de boot naar Nederland werd gestuurd om een opleiding te kunnen krijgen terwijl hij bij zijn oom en tante kwam te wonen. Daar werd hij voor het eerst geconfronteerd met zijn eerste strijd, ongelijkheid, omdat hij er meer Indisch uitzag dan Nederlands.

Zijn ouders voelden nadien meer en meer als vreemden, en ook door zijn vader voelde hij zich ongelijk behandeld. Zijn hele leven lang zou hij daartegen strijden, zijn gezin als eerste plek. Alles werd gelijk verdeeld, nooit werd er geoordeeld.

Een tweede strijd was die om lucht. Het begon met het redden van het leven van Ellen, zijn pasgeboren dochter, door de zuurstoffles te openen die de verloskundigen niet open kregen om mijn zus levensadem te geven. En met de ontdekking van Cystic Fibrosis, zowel bij mij als mijn zus, begon voor hem een leven van kloppen, zorgen, ziekenhuisbezoeken, maar vooral ook angst voor het verlies van Ellen en mij en opofferen van zijn eigen ambities. Wat hij altijd zonder morren en klagen deed. Met de transplantatie kwam er lucht en vrijheid in tijd, en moesten hij en mijn moeder ineens andere bezigheden zoeken dan zorgen voor hun kinderen. Het kostte ze twee jaar om te wennen. Maar het mocht niet lang duren, na 7 vette jaren kwamen 9 magere jaren die leidden tot het hartverscheurende verlies van Ellen. En in zijn laatste fase moest hij zelf lijden aan gebrek aan lucht door COPD en bronchitis met de daarbij komende slijmvorming na te lang uitstel van vervanging van zijn aortaklep. Het was een zware strijd zo alleen zonder mijn moeder.

Maar ook had hij een missie: het teruggeven aan de maatschappij wat ons was gegeven was door de mensen in Nederland met de geldinzamelactie van Message voor onze longtransplantaties. Vol overgave ging mijn vader als vrijwilliger in besturen van verenigingen om zijn opgedane kennis en ervaring als financieel directeur toe te passen. Als diaken in de kerk jaren mensen helpen en uiteindelijk ook een jeu de boulesclub leiden vanuit de SWOS. Zelfs omgaan met laptop en internetbankieren schuwde hij niet. Ook gaf hij jaarlijks 10% van zijn inkomen aan giften zoals het in de Bijbel staat, dat vond hij heel belangrijk, en had hij ook jaren 3 adoptiekinderen via Plan.

En ook zijn trouw en zorgzaamheid kende geen grenzen. Niet alleen gedurende de ziekteperiode van Ellen en mij, ook vanaf de eerste tekenen van Alzheimer bij mijn moeder na het overlijden van Ellen bleef hij thuis voor haar zorgen tot haar heupbreuk dat niet meer mogelijk maakte in 2018, zo’n 10 jaar. Ook daarna toen zij hem al niet meer herkende, zij was zijn maatje tot de dood.

Maar voor mij was hij vooral mijn zekerheid in het onzekere leven. Een zeer liefdevolle vader, die zichzelf wegcijferde en alles deed voor zijn gezin. Geen pijn en moeite ging hem te ver het onderste uit de kan te halen voor het welzijn van ons.

Het was echter moeilijk voor hem oud te worden, afhankelijk, kwetsbaar. Hij vond zichzelf een slappeling en nutteloos geworden en voelde zich vaak eenzaam. Hij miste vooral mijn moeder, waar hij meer dan 60 jaar mee geleefd had toen zij overleed. Maar ook alle beperkingen rondom Corona hebben hem geen goed gedaan. Gelukkig waren er dierbare vrienden en familie en konden Peter en ik nog een tijd voor hem zorgen nadat hij zoveel zorg aan ons had gegeven in ons leven. Totdat de koek op was.

Met het overlijden van mijn vader hebben we een uitzonderlijke man verloren, een rots in de branding voor iedereen die steun bij hem zocht, een liefdevolle vriend en vader, schoonvader en opa, en ben ik mijn enige zekerheid kwijt die ik ooit gevoeld heb.

Lieve pap, ik ga je ongelooflijk missen!

Verlies

Nu bijna een maand geleden verloor ik mijn vader. Sinds dat moment is het leven niet meer hetzelfde. Mijn gevoelens en gedachten wisselen continue, mijn dagelijks zijn is niet meer normaal. In het begin voelde ik de hele tijd angst en nu ineens soms niet. Ik voel me dan schuldig, dat ik zo’n enorm verlies me niet meer aantrek. Dat iemand zomaar weg kan zijn en niet gemist wordt. Ik herinner me niet heel goed meer hoe het was toen Ellen mijn zus overleed, maar het voelt nog alsof ik gewoon doorging, ook al spraken wij elkaar dagelijks uren aan de telefoon.

Ik voelde om mijn vader de hele tijd zorg, verdriet om wat mijn vader moest doormaken de laatste weken, en nu is die zorg weggevallen en lijkt dat ook weer normaal. Ik voelde een diep gat maar nu vooral verward. De eerste paar werken kon ik in de ochtend me enorm alleen voelen. En soms een diepe angst, hartverlammend, en een onzekerheid, en een enorme kwetsbaarheid die ik nog nooit gevoeld heb op deze manier. Ik wilde mijn bed niet uit, alleen maar slapen, in mijn dromen voel ik me veilig. Niets voelt meer als voorheen, zelfs mijn eigen huis ervaar ik niet meer als voorheen. Ik wist de eerste tijd ook niet meer wat ik met mijn tijd moet doen. Drie jaar lang was elke zaterdag of zondag voor mijn vader. Elke dag was ik in m’n in gedachten bij hem, hoe het met hen zou zijn.

De laatste weken was ik meerdere dagen per week bij hem, heb zelfs de dinsdag ervoor nog bij hem gewerkt. En nu weet ik het niet meer. Als ik kijk naar mijn omgeving, veel gezinnen, dan voel ik het gemis. Ik had weliswaar geen gezin maar ik had mijn vader nog. Met kerst vierde ik één van de twee kerstdagen met mijn ouders, en sinds het overlijden van mijn moeder alleen met mijn vader. Ook dat valt straks weg. Ik was me eerst niet zo bewust van de impact van het geen ouders meer hebben, al had ik er wel vrees voor.

De laatste weken draait continue de film door mijn hoofd wat er gebeurd is. Ik probeerde te begrijpen waar het fout is gegaan, wat ik het fout heb gedaan, waar ik niet alert ben geweest. Ik zei zelfs tegen mezelf in de laatste week dat ik alert moest zijn, geen fouten maken. En hoewel ik momenten aan kan wijzen waar ik het beter had kunnen doen, het moment dat de cardioloog bedacht eerst nog meer plaspillen het vocht af te drijven, het moment dat mijn vader steeds kortademiger werd en hij toen al naar het ziekenhuis had gemoeten, ben ik gaan beseffen dat alles uiteindelijk niet veel had uitgemaakt: want het begon allemaal met zijn verlies van smaak. Vanaf dat moment begon de verzwakking, de verminderde energie. En alles wat daarop volgde, al dan niet onder onze invloed, kon niet anders leiden dan tot dit resultaat. Het enige verschil was waar en wanneer.

En er zijn veel dingen niet goed gegaan: al in 2018, toen mijn vader van de roltrap viel omdat mijn moeder achterover viel. Mijn vader had daardoor een klaplong opgelopen die ze in het Meander ziekenhuis in Amersfoort niet hebben opgemerkt. Pas een half jaar later, toen het kwaad al geschiet was en er niets meer gedaan kon worden. Toen begon de eerste vochtvorming achter zijn longen, het begin van het einde.
Wat volgde was het doorverwijzen van het Meander naar het Antoniusziekenhuis, omdat zij verder geen idee hadden wat ze nog met mijn vader moesten doen. De afspraak nam tijd.

En toen was er een lekkage boven zijn bed in de slaapkamer in november die maar steeds niet goed verholpen werd door de ingehuurde aannemer, 9 weken lang, waar hij veel onrust over had vanwege het gedrup. Het enige voordeel was dat hij in het bed van mijn moeder kwam te liggen en dat verbond hem nog weer even wat meer met mijn moeder.

En toen kwam de gordelroos, mogelijk vanwege stress rondom die lekkage en verminderde weerstand?

En een longontsteking volgde, waardoor hij in het ziekenhuis kwam. Maar hij werd al na drie dagen ontslagen omdat hij al aan het herstellen zou zijn maar vooral omdat ze bang waren voor de gordelroos waar mijn vader nog herstellende van was. Te snel naar huis, niet voldoende hulp thuis, en geen smaak.
We zorgden voor thuiszorg, drie keer per week gedoucht worden was heerlijk voor hem. Maar gaandeweg had hij ook hulp nodig bij het aankleden, dat onderkenden we wat laat, ook omdat hijzelf zei dat het wel ging.

De laatste weken zat hij vaak voorover, duizelig of kortademig, of omdat het comfortabeler zat dan rechtop. De laatste week dacht ik dat het niet goed moest zijn, de maandag liet ik de huisarts langskomen. Ze had een uur met hem gezeten, ik was er niet bij. Ik was bezig te kijken of mijn vader versneld naar een verzorgingstehuis kon gaan, zodat hij niet meer zelf eten hoefde klaar te maken. Normaal zou dit een procedure van zes weken zijn, maar onze dagopvangorganisatie bleek een contract met het CIZ te hebben voor een versnelde procedure. Ik was zo bezig met dat idee, en mijn vader vroeg of hij niet direct opgenomen kon worden, dat het meest voor de hand liggende, opgenomen worden in het ziekenhuis, niet eens door mij gedacht werd. En ook niet door de huisarts. Die had nog wel een bloedonderzoek gepland voor dinsdag maar mijn vader heeft niet opengedaan toen ze aanbelden. Dus dachten ze dat hij niet thuis was… waar had hij moeten zijn? En de huisarts ging ook nog op vakantie, dus die heeft ook niet meegekregen dat er geen uitslag was en er dus ook niet op kunnen acteren.

Op de woensdag was ik met mijn vader voor de tweede ronde onderzoeken gegaan, om te zien of de plaspillen hun werk hadden gedaan. Toen bleek dat zijn nierfunctie was gedaald naar 19%! Iets wat ik had kunnen weten na eerdere ervaringen in het Meanderziekenhuis. We hadden dus eerder moeten controleren of het wel goed ging met die plaspillen, na een week. En sowieso hadden ze direct het vocht af moeten voeren. Na de onderzoeken ging het woensdagmiddag razend snel: de cardioloog belde, de longarts belde, over zo snel mogelijke opname in het ziekenhuis om vocht af te voeren. Maar het was al te laat. Of mijn vader die polonaise niet meer gewild heeft, of het lichaam die laatste dag van onderzoeken teveel vond, of dat het gewoon tijd was, we zullen het niet weten. In elk geval kwam het telefoontje voor de opname te laat, hij nam al niet meer op. En ook mijn telefoontjes nam hij niet op om hem te laten weten dat ik eraan zou komen.

De donderdag zelf was een drama. Ik werd gebeld door het ziekenhuis dat mijn vader opgenomen kon worden die middag. Het maakte niet uit op welk moment van de middag we zouden komen. Ik had net mijn ovenbroodjes in de over, dus dacht die nog wel te kunnen eten. Wel belde ik mijn vader dat ik naar hem toe zou komen. Er kwam direct het bange voorgevoel dat er iets mis moest zijn dat mijn vader me niet terugbelde tot drie keer toe. Het stille huis zonder televisie aan. De donkere slaapkamer, en toen ook mijn vader in het bed. Het dekbed lag opengeslagen maar opstaan was hem niet meer gelukt. Hij lag op zijn zij, zijn mond ietwat open en zijn rechteroog ook ietwat open. Ik wist van paniek, ellende en verdriet niet wat ik moest doen. Ik belde mijn broer die op dat moment in Spanje zat. Gelukkig nam hij direct op. Ook hij kon zijn oren niet geloven toen ik hem zei dat pa overleden was en ik niet wist wat ik moest doen. 112 bellen zei hij. Maar mijn vader wilde niet gereanimeerd worden, er was sowieso geen pols of niets meer. Hij voelde nog wel warm aan. Ik zat erbij, belde 112, en toen de vrouw ‘gecondoleerd’ zei barstte ik nogmaals in tranen uit. Ze zouden niet komen als hij niet gereanimeerd hoefde te worden. Zij zouden de huisarts bellen, die een half uur later ook kwam. In die tijd zat ik of bij mijn vader of in de woonkamer, voelde me helemaal alleen. Mijn schoonzus belde of ik belde haar, ik weet het niet meer, en vroeg of ze langs moest komen. Ik zei graag, maar naar mij toe komen was nog een ding: zij kon zelf niet rijden en was afhankelijk van een vriendin. Maar ze zou haar best doen. Ik legde het dekbed over mijn vader heen, zodat hij niet meer zo half bloot lag met wel zijn pyjama aan. Hij had daar liggen wachten op de thuiszorg, die uiteindelijk helemaal niet zou komen: door een fout in de planning zouden ze pas vrijdag komen, terwijl ik net de dag ervoor had geregeld dat ze elke dag, ook in het weekend, hem zouden helpen aankleden. En ik bedacht me, terwijl hij nog zo warm was, wat als ik een uur eerder was gekomen of twee uur… had ik hem dan leven aangetroffen of…. De huisarts noteerde later 10 uur als tijdstip van overlijden, terwijl ik continue had gedacht dat hij het telefoontje van het ziekenhuis of van mij gehoord had en niet meer had kunnen opnemen. Wat als ik niet eerst mijn ovenbroodjes opgegeten had…

Ondertussen kwam de huisarts en die bevestigde het overlijden. Ik wist verder ook niets te vragen. Ik belde Dela om te regelen dat pa opgehaald zou worden. Die zouden rond 15.45 uur komen. Mijn schoonzus belde dat mijn neefje kon rijden en dat ze zouden komen. Ondertussen liep ik weer heen en weer naar mijn vader, en voelde dat hij inmiddels steenkoud was. Om 15.45 uur kwam Pascale, mijn schoonzus, met mijn neefje Marc en mijn nichtje, Noemy. Wat was ik blij ze te zien! En ze zagen mijn vader ook nog even in zijn bed, want vrij snel erna kwam Dela om hem op te halen. Ze legden een laken onder mijn vader en sjorden hem over het bed naar de brancard. Ik zag het en voelde ongeloof, dat mijn vader nu als een stuk vlees zo over het bed werd geschoven. Al was er niet echt ruimte voor de rijdende brancard, dat had ook wel anders gekund.

Ze namen hem mee in de lijkwagen en één man liep voor de wagen uit de hoek om, tot wij uit beeld waren. Terug in het huis voelde het huis meteen zielloos. Zonder mijn vader was al het leven ook meteen uit het huis. Het was een ruimte met muren en spullen geworden. Ik had tijdens het wachten eerder mijn vaders hulp gebeld die hij de vorige dag nog gezien had. Ook zij kon het niet geloven en barstte in tranen uit. Ik belde ook Margriet, een lieve goede vriendin van mijn vader, die in het zelfde complex woont in een ander gebouw. Gedurende drie jaar was zij een warme trouwe vriendin van mijn vader, ze belden elkaar elke dag door de weeks en gingen zolang het kon en mocht elke twee of drie weken samen ergens lunchen. Dat waren heerlijke uitstapjes en mijn vader sprak blijkbaar meer dan wij hem ooit zelf hebben horen praten. Over zijn hele leven, ons gezin, wat wij allemaal meegemaakt hebben.

En nu mijn vader weg was, konden we voor dat moment niet veel doen. We bestelden sushi om even wat gegeten te hebben voor de weg terug, en haalden daarvoor de eettafel helemaal leeg, die normaal altijd volstond met allerlei bakjes en spullen: een bakje met medicijndoosjes en een bakje met allerhand spullen die mijn vader graag bij de hand had. De helft van de rond tafel was altijd bezet met die spullen. En nu, dat alles opzei gelegd hebbende, was het al helemaal niet meer zoals voorheen. Het begin van de verandering van de beleving van het huis.

Toen kwam de laatste van de tegenslagen: mijn broer probeerde zo snel mogelijk naar huis komen. Maar het vliegtuig voor die avond zat vol. En in de ochtend zou hij om 6 uur vliegen maar er zat ijsvorming op de vleugels. Het had gevroren en het vliegtuig kon niet vertrekken. Het moest in de zon ontdooien! Dit was allemaal niet heel normaal in Valencia, ze kwamen zelfs niet op het idee het vliegtuig in de zon te zetten in plaats van het in de schaduw te laten staan. Om 10 uur kon het dan toch vertrekken.

Ondertussen had ik contact gehad met Dela en een afspraak om 11 uur om via Teams de eerste bespreking te hebben. Het tweede deel zouden we om 14 uur hebben als mijn broer achter een scherm kon zitten. Ik zag mijn broer voor het eerst weer via een Teamssessie en konden elkaar niet eens omarmen.

Het voorbereiden van het afscheid van een week was intensief, foto’s zoeken, muziek kiezen, mijn verhaal schrijven voor de dienst. Vreemd genoeg gaf het zien van mijn vader in de kist niet het verdriet dat ik gedacht had. Dat kwam in de afscheidsdienst en vooral bij het hem loslaten. Ik merk hoezeer het leven leger is zonder mijn vader. De gedachte dat wij niet meer samen eten op mijn verjaardag, op mijn transplantatiedag, op de andere Kerstdag, en in al die weekenden is onvoorstelbaar. Ja, de zorg is weggevallen, en dat geeft rust, en doet me ook bewust worden van mijn vermoeidheid. Maar hoe nu verder?