Vandaag, 7 april 2021, na al weer een dik half jaar niets meer geschreven te hebben, leven we nog steeds in een rare wereld, die totaal anders is dan voor 15 maart 2020. Als een conjunctuur werden vrijheden afgenomen en weer gegeven en weer afgenomen. Het geeft me nog steeds onrust en ik kan niet wachten tot het weer ‘normaler’ wordt, wat we daar ook onder verstaan. Ik ben me weer meer bewust geworden van de vrijheid die ik had, en die ik dus kwijt kan raken, al is het nog niets vergeleken bij de vrijheid die ik in mijn slechtste gezondheidsperiode heb meegemaakt.
Het afgelopen half jaar en jaar heb ik een nieuwe hobby gekregen die me een happy thought geeft. De lijst van nieuwe vogelsoorten die ik met mijn ogen door mijn verrekijker heb mogen aanschouwen neemt zeer toe. Ik vraag me soms af hoe het kan dat ik voor die tijd zo weinig gezien heb. Er beweegt zoveel om me heen, en blijkbaar had ik er geen oog voor, al het moois dat ik mezelf onthield daarmee ook. Neem nu het puttertje, naast de koolmees en pimpelmees en mussen een ontzettend veel voorkomend vogeltje, prachtig gekleurd met een opvallend rood aangezicht. Nooit gezien. Ik moest er naar speuren en toen ik het eenmaal gezien had kwam het vaker voor in mijn omgeving dan ik gedacht had. En dan helemaal verrast worden als ik ze een balsdans zie doen, opwervelend samen vanaf de grond, om elkaar heen draaiend en spinnende geluiden makend. Chocola kan er niet tegenop. Maar ook de blauwborst zien, die echt moeilijker te vinden is, en daarmee is een speurtocht afronden, geweldig! Er zijn nog genoeg andere speurtochten te gaan, de groene en zwarte specht, de nachtegaal, de gele kwikstaart… al die prachtig gekleurde vogels, een wonder van de natuur.
Zoals half of misschien heel Nederland heb ik ook de nodige wandelingen gemaakt het laatste jaar en daarmee nieuwe stukjes van Nederland gezien. Ik heb Max, de hond van mijn zwager vier dagen te logeren gehad, om te kijken of ik een hond zou nemen, eindelijk. Maar nee, hoe lief en gezellig het ook is, het is niet het moment die verantwoordelijkheid en beperkingen aan mezelf op te leggen. Maar dan zie ik dat het lot me helpt, een week later krijg ik een verzoek om vaste oppasser te worden van Hannes, een Tibetaanse TerriĆ«r, een schat van een hond, een knuffel en doerak. Na twee keer de hond een lange middag gehad te hebben was ik even bang de handdoek in de ring te gooien, wat kost dat veel aandacht zo’n jonge hond. Maar na hem een lang weekend in huis gehad te hebben was het toch goed, samen waren we zo moe zondagmiddag dat ik, op de bank, en hij, terwijl hij languit op zijn rug lag, samen snurkend onze roes aan het uitslapen waren. Misschien dat hij nu wat meer gewend is aan mij en weet dat ik lief en streng kan zijn.
En knuffels, ik geloof dat ik dood was gegaan alleen al door het gemis daaraan het afgelopen jaar, als ik niet af en toe bij lieve vrienden en vriendinnen daar wat van kon krijgen. Het is als het me laven aan een warme bron, aan de warme zonnestralen op mijn huid, die me helemaal vanbinnen opwarmt. De fijne wandelingen ook soms weer met nieuwe ontmoetingen die weliswaar niets blijvends opleverden, maar wel weer voedsel voor de geest en afwisseling van de sleur brachten. Dat met het langdurig thuiswerken ook een normale situatie is ontstaan, waarbij ik mijn hele werkplek heb omgebouwd, met een nieuw sta-zit bureau, een bureaufiets, een fitnessbal om op te zitten en ook gewoon zitten op mijn bureaustoel en staan… genoeg afwisseling om niet al te veel last te krijgen. En toch… last van de onderrug gekregen, mijn onderontwikkelde transversus abdominis, die met fysiotherapie getraind moet worden. En daardoor meer steun bij het wandelen krijg, want op gegeven moment moest ik meerdere keren onderweg rek en strek oefeningen voor mijn rug doen. Dat was toch ook weer nieuw. Of zal het de leeftijd zijn?
Gelukkig gaat het goed met mijn familie al blijft dat een aandachtspunt en heb ik afscheid moeten nemen van een oom, de moeder van mijn zwager en de man van mijn nicht. Zorgen dat mijn vader het naar zijn zin blijft houden en mij genoeg ziet en ik hem is vooral het devies. De waarde van iets ontdek je als je het kwijtraakt. Hoezeer is dat niet bij veel mensen nu al meer aan de orde. Dat geldt ook voor familie. Ik moet er niet aan denken mijn vader ook nog te verliezen, al is dat natuurlijk een meer dan reƫle situatie nu hij al 88 wordt dit jaar. En moet ik daar absoluut niet aan denken. Maar ooit was dat helemaal niet reƫel, toen het veel logischer was dat ik eerder het loodje zou leggen. Al kan ik me daar nog steeds niet veel bij voorstellen, de dood. Waar was ik voor ik geboren werd, en waar ben ik straks? Ik ken mezelf alleen maar in het nu, ook al ben ik nog zo veel bezig met gister en morgen. Ik voel nu wat ik nu voel, en kan daarin niet vooruit leven. En ook gevoelens van eerder zijn al lang niet meer dezelfde. Het leven beangstigt me soms zomaar, en ik begrijp dan vaak niet waar dat vandaan komt. Misschien is de aandacht voor het onderbewuste, in een tijd als deze waarin daar zoveel ruimte en tijd voor is, wel juist niet zo aanwezig en ben ik vooral de werkelijkheid aan het ontvluchten in wandelingen en kijken naar vogels. Want volgens mij doen we dit allemaal: ontkennen dat er een virus is die ons leven lam legt, willen ontkennen dat maatregelen nodig zijn, of mensen ontlopen uit angst, ontkennen dat het misschien niet nodig is om zo bang te zijn. Of andere situaties ontkennen, puur uit onmacht of onzekerheid. Vaak maken we het onszelf en elkaar alleen maar moeilijker daardoor helaas.
Ik merk ook dat ik steeds dommer lijk te worden. Basis dingen niet meer weet, vergeet waarom ik naar boven liep. De scherpte lijkt eruit te zijn af en toe. Komt dit door te weinig prikkels, te weinig stimulans van mensen, omgevingen die ik nu niet meer betreed? Ik weet het niet. Af en toe lijk ik het nadenken te verplaatsen naar nachten, waar ik soms ontwaak en dan begin te denken, soms te piekeren. Ben ik toch vaker moe, en voel ik me daardoor ook negatiever. Om de een of andere reden wordt negativiteit gevoed door negativiteit. Als ik me al niet fijn voel dan komen juist die gedachten naar boven waarin ik het voor mijn gevoel niet goed gedaan heb. Ik begrijp dat niet maar vooral kost het me veel moeite bij mijn happy thougths te komen. Natuurlijk hoef ik niet altijd die negativiteit weg te drukken, er is vast een reden waarom die er is en het is goed die ook aandacht te geven, anders groeit die alleen maar nog meer, onderhuids. Misschien zit ik toch meer in de ontkenningsfase door alles wat speelt dan ik wil of bewust ben.
Gister heb ik mijn eerste vaccin gekregen, Moderna. Ik was daar nogal dubbel in: enerzijds wil ik niet ingeĆ«nt worden, de griepprik heb ik meer dan 25 jaar niet genomen. Ik ga mezelf een beetje ziek maken met virussen die ik misschien niet tegen ga komen. Ook nu dacht ik dat de kans heel klein is dat ik ermee geconfronteerd word. Maar als daarmee de beperkingen straks verminderd of opgeheven kunnen worden, en dit vaccin me beschermt tegen een concreet heersend virus, dan ben ik ook gek, ook gezien mijn schijnbare verhoogde kwetsbaarheid, als ik dit vaccin niet zou nemen. En er zijn genoeg getransplanteerden me al voor gegaan in de wereld… dus de kans dat ik er ziek van word is ook klein. Maar het blijft iets dat veel mensen beroerd. Er komen rare gedachten bij mensen naar boven, die niets meer willen dan dat het leven weer als vanouds wordt. Daarbij worden kwetsbaren maar geslachtofferd, laat hen maar in dat isolement blijven als ze zich niet veilig voelen, zijn dan sommige meningen. Sommige gezonde mensen, die misschien nooit beperkingen opgelegd hebben gekregen, hebben liever dat mensen die hun hele leven al in een isolement zaten door hun situatie daar maar in moeten blijven, opdat zij zelf in elk geval geen beperkingen meer hoeven te hebben. EgoĆÆsme en andere slechte eigenschappen komen altijd naar boven als het welzijn van mensen bedreigd wordt. Dat bleek ook wel met het hamsteren vorig jaar in de begintijd van de lockdown. En nu ook weer met zelftests… Zelfbehoud en veiligheid, dat is wat domineert in het menselijk leven als het puntje bij paaltje komt. En misschien ben ik stiekem ook wel zo iemand, want wie ben ik om te oordelen over anderen. Maar het maakt het er niet makkelijker op. Ook al als ik zie wat dit allemaal voor mensen met winkeltjes, restaurants en noem het maar op, betekent. Ik sta ook weer te ver van hun wereld om hun angsten te ervaren.
Ondertussen lijkt het weer ook van slag te zijn. Vorig week nog twee dagen 20 graden, deze laatste paar dagen, sneeuwbuien, regen, en dan weer zon, het wisselt elkaar af elke vijf minuten lijkt het wel. Met nu een week vrij is dat een rare gewaarwording, waar ik me als ik werk veel minder mee bezig houdt. Ook omdat ik er deels van afhankelijk ben valt het me nu meer op: of ik wel of niet kan tennissen of wandelen bijvoorbeeld. Regelmatig buiten zijn is toch op dit moment hetgeen me helpt om even weer te aarden, op te laden. Hopelijk wordt het gauw warmer. Ik heb airco laten plaatsen en vanaf vrijdag kan ik ermee verwarmen en verkoelen en vocht afvoeren uit mijn huis. Er hangt nu wel een dikke airco-unit boven mijn schuur waar ik erg aan moet wennen en al aan het bezinnen ben of ik niet een boom of struik ervoor kan laten groeien zodat het aangezicht wat mooier wordt. Maar misschien is dat ook weer iets om gewoon aan te wennen.
Nu nog een paar dagen genieten van het vrij zijn, de onrust die in mij rond raast proberen kwijt te raken, voor ik weer aan het werk ga en die weer gevoed gaat worden. Volgende keer toch maar langer vrij nemen misschien… al werk ik maar drie dagen op dit moment en ik daar genoeg rust uit zou mogen kunnen krijgen… maar wat een zegen is dat!
Robert, wat heerlijk weer om je verhaal te kunnen lezen. Heb het erg gemist. Snap ’t ook best dat je (tijdelijk?)was gestopt met je blog,maar wat mij betreft mag je snel de volgende weer schrijven.
Liefs Rommy š