Daten met een hond

Het project Hond heeft me al aardig wat nieuwe indrukken gegeven. Zo lijkt het kunnen uitlaten van andermans hond verdacht veel op het krijgen van een relatie: wil je een hond uitlaten, bijvoorbeeld via stichting Oopoeh, dan moet je een profiel aanmaken, met een foto, en vertellen wie je bent en wat je zoekt…. internetdaten dus eigenlijk…

En aangezien internetdaten om een relatie al niet echt mijn sterkste punt is, en voor mij ook niet echt heel succesvol is geweest voor de juiste langdurige match, vrees ik het ergste voor project Hond, als het gaat om me het opdoen van ervaringen met het uitlaten van andermans hond. Want dat was mijn eerste gedachte: voor ik zelf een hond neem is het goed om te weten hoe het heden-ten-dagen, in mijn drukke dagelijkse bestaan, is om de verplichting te hebben een hond te hebben die ik elke dag of regelmatig moet uitlaten. Ik kan me niet anders denken dan dat ik dat geweldig zal vinden, ik zie mezelf met een eigen hond overal heengaan, maar als je ergens enorm enthousiast over bent, kan je de neiging hebben de wat minder rooskleurige kanten wat af te vlakken of zelfs niet te (willen) zien: de blinde vlekken zogezegd. Want ineens zal mijn leven draaien om de hond in plaats van mij. Dat geeft misschien rust, ik ben soms veel te veel met mezelf bezig, maar het beperkt ook. Dus opdoen van ervaring is wel handig voor ik mezelf in het diepe gooi en een hond aan mij overlever.

Mijn ervaringen gaan terug naar mijn kindertijd in Heiloo: als 4 jarige kregen wij een boxer: Thezo. Thezo was een schat van een hond maar zo eigenwijs als de pest. Hij was dol enthousiast, vol liefde, maar vrij snel een stuk groter dan ik en ook sterker. Als ik met hem wilde gaan wandelen moest er geen andere hond aankomen. Dan moest ik snel de bosjes induiken, wat meerdere malen gebeurd is, om te zorgen dat Thezo die andere hond niet zag… ja achteraf is het hilarisch, vooral als ik mezelf zo terug zie in het specifieke bosje op de hoek van een straat, maar toen dacht ik daar toch wel anders over. Achteraf gezien vind ik het wel bijzonder dat mijn ouders me alleen met de hond lieten wandelen… vooral toen ik nog zo klein was. En Thezo loslaten was al helemaal een uitdaging. Al wat ouder zijnde, liet ik hem wel eens los in het park. Want, de hele tijd met een hond aan de lijn lopen is niet echt relaxt, noch voor mij, noch voor de hond. Die wil toch altijd net ergens snuffelen waar de band tekort voor is. En dan moet één van beiden concessies doen.

Thezo loslaten in het park betekende wel dat je 1) de tijd moest hebben, 2) slim moest zijn. Je moest de tijd hebben, want de kans bestond dat hij, niet geheel bewust van waar jij je bevindt, je kwijt was. En dan moest ik hem dus gaan zoeken. Je moest ook slim zijn, want Thezo kwam natuurlijk niet netjes naar je toe als je hem riep. Je moest wachten tot hij heel erg aangetrokken werd door een geur, op hem afsluipen zonder dat hij het door had, en hem snel bij zijn band pakken als je er op tijd bij was… en dat was natuurlijk niet altijd het geval. Daar waar sommige honden nog het gevoel hebben achtergelaten te worden als de baas uit het zicht kwam, had Thezo dit dus geheel niet, dus je moest wel slim zijn al  met al. Toch weerhield me dat niet hem los te laten.

De tweede hond was Timmy. We waren naar Soest verhuist en Thezo was vrij snel daarna overleden aan tumoren in zijn gehele buik. Mijn zus zei tegen mijn ouders dat ik weer een hond nodig had. Waarom ze dat zo zei weet ik niet, waarschijnlijk wilde ze zelf graag een hond, en dacht ze dat het blijkbaar meer effect zou hebben als ze zei dat ik het nodig had… Waarom zij een hond wou is me nog steeds een raadsel, zelf liet ze hem volgens mij nooit uit…

Hoe dan ook, mijn zusters smeekbede hadden effect, mijn zus ging met mijn ouders naar het asiel en kwamen met Timmy terug: een zwarte ‘keeshond’, feitelijk een vuilnisbakkenras, die als puppie over de schutting van het woonwagenkamp in Amersfoort was gegooid. Timmy was een ietwat getraumatiseerde hond, niet verrassend dus eigenlijk gezien zijn voorgeschiedenis, die, als je ietwat te krachtig hem tot de orde riep, de neiging had te gaan bijten. Niet heel hard gelukkig, maar toch. Maar ja, wil je een hond wat bijbrengen, dan moet je soms toch wat strenger en hardhandiger zijn (zonder gewelddadig te worden natuurlijk, zoals slaan, hoewel het soms erg moeilijk was die impuls tegen te gaan). Misschien moet ik dit trouwens niet in mijn profiel zetten, want dan is de kans op een date met een hond wel erg klein….

Het lukte me goed Timmy gehoorzaam te krijgen zowaar. Hij kon loslopen en hij kwam als ik hem riep. Tenminste, meestentijds. Het is voorgekomen dat ik hem toch kwijt was, want honden kunnen nu eenmaal opgaan in de luchtjes van de natuur en dan zijn ze alles en iedereen vergeten. Wat dat betreft zijn het net mensen, niet wat de luchtjes betreft natuurlijk, hoewel… je weet nooit wat mensen nu eigenlijk aantrekt… .

Maar mijn ervaringen met Timmy maken dat ik er wel vertrouwen in heb dat ik een eigen hond, mocht die er komen, de nodige gehoorzaamheid en discipline bij kan brengen. En dus hem/haar ook meer vrijheid kan geven. Want dat gaat natuurlijk samen: vertrouwen in elkaar, gehoorzaamheid en discipline, volgen van regeltjes, geeft meer vrijheid. Wederom, dat geldt ook weer voor mensen… Gelukkig zijn honden vaak beter in staat de regeltjes de volgen dan mensen… Ik ben er overigens al van overtuigd dat ik graag een vrouwtje wil… toch onbewust de roep van de natuur misschien…

Hoe dan ook, ik had een eerste reactie gestuurd op een hond die aangeboden werd om uitgelaten te worden in Utrecht op 2,1 km bij mij vandaan. Ben ik afgewezen….! Niet op mijn profiel (zo mag  ik hopen) maar omdat ik te ver weg woon. Iemand anders, op 2 minuten afstand, mocht wel de relatie aangaan… Nu heb ik mezelf pas sinds kort ingeschreven, maar bij honden uitlaten komt het inderdaad wel meer aan op afstand. Voor een relatie met een vrouw is het soms wel goed dat ze wat verder woont, dat geeft wat ruimte en ook rust als het toch niet op iets uitloopt, maar voor een hond is dat toch een ander verhaal.

Het fijne van een hond willen is dat  je er eentje kan kopen…. Dat is toch wel anders dan met vrouwen. Er zijn weliswaar vrouwen te koop… voor zeer korte duur of voor een huwelijk… maar dat is in elk geval vragen om problemen… een hond is sowieso veel makkelijker dan een vrouw… alles is makkelijker dan een vrouw ben ik bijna geneigd te zeggen… maar ja, dat zullen vrouwen wellicht ook over mannen zeggen.

Maar het kopen, het kiezen van een hond eigenlijk vooral, is ook niet zo makkelijk. Want voor wat voor hond ga ik dan. Een jonkie of een al wat oudere. Wat voor soort hond? Hoe groot? Met of zonder lange haren? Een rashond of een vuilnisbakkenras, zoals Timmy was? Uit het asiel of uit een nestje? Als ik het over het asiel heb, waar Timmy ook vandaan kwam, dan denk ik dat is heel fijn, dan krijgt zo’n hond ook nog een toekomst. In plaats van vergast te worden… als dat tenminste nog gebeurt… Maar zo’n hond heeft ook een rugzakje… en je weet niet wat er in dat rugzakje zit. En dan de verhalen over de asiels. Het ene asiel is de andere niet. Je moet toch minimaal op een eerste date gaan, in het asiel welteverstaan, om een indruk te krijgen van hoe het daar gaat, wat voor tweede indruk de hond heeft van het leven in zo’n weeshuis. En dan, achter die tralies, proberen een klik te krijgen. Wel wat anders dan samen ergens wat gaan drinken.

En dan… als de hond er dan is. Dan heb ik het huis er nog naar in te richten. Als het een jonkie is, dan is de kans groot dat mijn huis half gesloopt wordt. Ik ben nu al aan het kijken wat er aan moet geloven als dat gebeurt. Mijn zwager heeft een mooie houten bak gemaakt, dat dient als slaapplek maar ook als een tijdelijke verblijfplaats. Als ik dat wil, waar laat ik dat dan? En ik moet de tijd gaan nemen. Als de hond komt, zal zij toch wel wat alleen moeten kunnen zijn. Ik moet dat opbouwen, zodat de hond vertrouwen krijgt dat ik weer terug kom. En ik wil de hond natuurlijk niet de hele dag alleen laten. Het liefst ga ik minder werken, maar ja, dat is niet echt een optie voor de lange termijn.

Ik zag op hondenasiel.nl dat er hondjes uit laboratoria worden aangeboden. Schattige hondjes die vrijgelaten zijn uit het asiel. De eerste gedachte is dan, wat deden die honden daar dan, wat is hen aangedaan, waarom waren ze daar? En wat is er gebeurd? Wat is hun bagage. Maar zulke schattige kopjes op die foto’s doen mijn hart al direct smelten. En dat wordt mijn grootste uitdaging: gaan voor mijn gevoel. Bij daten moet je op zoveel dingen letten: wat is je eerste indruk, hoe komt de ander over, hoe is de sfeer, is er een klik. Bij honden is dat natuurlijk ook zo. En moet ik oppassen dat ik me niet meteen aan de eerste de beste geef? Dat is toch al mijn valkuil. Dus eerst met meerdere honden daten? Pfff, het valt nu al niet mee als ik daar aan denk. Mijn gevoel volgen en niet teveel denken, maar wel goed vooraf weten welk soort hond het beste bij mijn past. Misschien toch een lijstje maken, zoals in Rosies Project, van de hond die het beste bij mij past en daar de boer op mee gaan?. Misschien dat dit voor honden wel werkt.

Of anders misschien toch eerst kijken of ik op iemands hond kan passen voor een tijdje, een weekend bijvoorbeeld. Maar mijn gevoel zegt dat ik pas echt weet hoe het is als ik er gewoon aan begin met een eigen hondje en erop vertrouw dat het allemaal goed komt…

 

Hamsteren…..

Ik ben deze Paasvakantie een weekje vrij, en het voelde als een goed moment om mijn zolder eens onder handen te nemen: op te ruimen welteverstaan. Ik had al wat spullen klaargezet om weg te brengen, maar zoals dat wel vaker gebeurt, iets klaar zetten wil nog niet zeggen dat er ook iets mee gebeurt, al is het natuurlijk wel een eerste stap. Zoiets als je wel bewust zijn van dat je dingen anders wilt doen in het leven of niet tevreden over bent, maar je nog wel wat moet doen om het te veranderen.

Mijn voornaamste drempel bij het opruimen van mijn zolder, los van de wil om eraan te beginnen, is het daadwerkelijk wegbrengen van de spullen. Ik heb een tweezitter (auto), en met het dak open, kan ik nog best een plant of een ladder of iets anders hoogs wegbrengen, maar breed moeten het niet zijn… en in de achterbak kan ook echt niet veel. Dus ik moet eerst zorgen dat ik ofwel een gewillig of willoos slachtoffer vind die me wil helpen, ofwel een grotere auto lenen, zoals die van mijn vader.

Deze week was dinsdag de perfecte dag. Dus ik in alle vroegte, half 11, de auto opgehaald bij mijn vader. Op zolder bleek ik alleen de voorbereidingen nog niet helemaal goed gedaan te hebben: ik moest nog het nodige ontdoen van papier, plastic en ander verpakkingen, want alles moet gerecycled worden natuurlijk. Daarnaast werd ik ook wat ontmoedigd van de aanblik van alles dat nog zou blijven liggen nadat ik de voorbereide spullen zou hebben weggebracht. Ik werd me ineens bewust hoeveel spullen ik wel niet heb. Wél heb dus welteverstaan. En niet alleen veel, maar ook nog veel van hetzelfde. Ik heb om maar wat te noemen zo’n 20 paar schoenen, 3 elektrische dekens, voor 1 en 2 personen, over de 100 dvd’s met speciale dvd hoesjes, allemaal zelf gemaakte dvd’s welteverstaan, waar ik dus niets meer mee doe, want alles staat tegenwoordig op mijn harddisks. En over de 100 cd’s, ook zelf gemaakt, met hoesjes. De meer dan 200 cassettebandjes had ik al eerder weggedaan. En dan nog maar niet te spreken over de doos met snoertjes, kabels en weet ik niet wat allemaal voor allerlei apparatuur, die ik heb of ooit gehad heb.

En als ik dan zo verder mijn huis doorloop, zie ik dat het daar niet ophoudt: meer dan 15 onderbroeken, 20 hemden, 15 zwarte t-shirts, over de 50 sokken, voor winter en zomer natuurlijk, 20 theedoeken… ik rond het voor het gemak maar af, ik ga ze natuurlijk niet echt allemaal tellen want dan is mijn vakantie helemaal snel voorbij. Gelukkig ben ik niet de enige want bij mijn vader zag ik, toevallig, in zijn ladekast minstens zoveel onderbroeken en sokken liggen. Dat geeft weer een beetje het gevoel dat ik inderdaad niet de enige hamsteraar ben, maar toch. Het wordt sowieso dus tijd voor maatregelen, en afgezien van opruimen, door het ofwel naar de sloop, ofwel naar de kringloop of Leger des Heils te brengen, is het ook goed dat ik mezelf een halt toeroep: bij deze is het mij verboden nog sokken, t-shirts, onderbroeken, hemden, en bij voorkeur ook nieuwe electronica te kopen… al zit ik wel erg hard te denken aan een all-in-one-computer, omdat deze laptop waar ik dit op type wel erg traag begint te worden en rare kuren begint te vertonen…. maar NEE…. voorlopig alleen als het echt nodig is! CONSUMINDEREN.

En mijn opruimwoede is in elk geval nog niet gestild. Er liggen nog plastic bakken op zolder die ongekende schatten en rotzooi bevatten. Want ja, dat leek de eerste oplossing voor het opruimen natuurlijk: het organiseren van de rommel: door plastic bakken te kopen, waarin je de rommel per soort bij elkaar kan stoppen. Heel georganiseerd en gestructureerd zo lijkt het, maar in de praktijk zie je tussen de bakken de spullen niet meer. Zo ben ik tijden op zoek geweest naar een oud mobieltje, daar heb ik er ook meerdere van, niet meer wetende in welke bak het zit, of waar die bak zich bevindt… Nee de enige manier van structuur en orde is weinig spullen hebben. Want voor je het weet koop je nogmaals iets wat je ergens hebt liggen maar niet meer weet waar je het gelaten hebt. En ik ofwel geen zin heb het te gaan zoeken, ofwel het zoeken zoveel tijd neemt dat je het eigenlijk al niet meer nodig hebt of het opgegeven hebt.

Het komt er dus op neer dat we volgens mij meer op hamsters lijken dan we denken met onze verzamelwoede. En hoe meer ruimte je hebt, hoe meer je verzamelt. Het is niets nieuws, en toch trap ik daar ook toch telkens weer in: heb ik iets dat weg moet, eerst maar naar zolder brengen, je weet nooit of je het nog kunt gebruiken.

Helemaal alles wegdoen op zolder is natuurlijk een utopie: er blijft altijd de gedachte dat ik iets straks nog een keer nodig kan hebben. Wat soms ook echt zo is: mijn twee elektrische kacheltjes waren een uitkomst toen mijn cv ketel het niet deed. Of de herinneringen aan vroeger, mijn oude schriftjes, dat kan natuurlijk ook nog niet weg. Dat is een stukje van mij, dat was ik ooit. Of ik het ooit nog ga bekijken is een tweede, maar als het er niet meer is… tja, dan is het er niet meer… Ik kan nog steeds weemoedige gevoelens hebben over de 3 tekeningen waar ik ooit een 10 voor kreeg op school die mijn vader in zijn opruimwoede gewoon weggegooid heeft… zij moesten verhuizen en mijn spullen van vroeger lagen daar nog… Soms is het misschien beter dat een ander voor je op gaat ruimen zit ik nu te denken… weg is weg. En je herinneringen aan de verloren gegane spullen is veel sterker: ik weet nog precies hoe die tekeningen eruit zagen. Misschien is daar wel een carrière voor mensen in te vinden: andermans zolder opruimen… of werkelozen of bijstandstrekkers dit laten doen… win-win situatie.

Straks als mijn zolder na deze vakantie klaar is, denk ik dat als een vreemde mijn zolder ziet deze nog steeds zal denken: wat een rotzooi. Maar hopelijk denkt ie wel: wat een ‘georganiseerde’ rotzooi…

Het roer omgooien

Ik vind het leven maar complex. Het ene moment zit ik gezellig met mijn collega’s, lekker lachend in een café, na samen gegeten te hebben en jeu de boules gespeeld te hebben, het andere moment lig ik in bed te denken aan wat de laatste tijd allemaal speelt. Elise Moll die nu bezig is haar begrafenis te regelen, een prachtige meid van nog maar 26 jaren, die, net als ik, het noodlot heeft moeten treffen met Cystic Fibroses (CF)te zijn geboren, met een heel leven aan strijd daartegen, een strijd die je niet kunt winnen. En dat ik in februari definitief afscheid van mijn moeder heb moeten nemen, een moeder die zoveel gegeven heeft, zoveel liefde en kracht in zich had, maar ook door mijn ziekte veel heeft moeten lijden. En eerder al mijn zus Ellen, die ook na 46 jaar het onderspit heeft moeten delven, ondanks dat haar leven met 16 jaar verlengd mocht worden dankzij een donor, die na een eigen leven nog het leven heeft kunnen en willen doorgeven. En dan het overlijden van Gert Duermeijer een paar weken geleden, de ex-schoonvader van Ellen en daarmee weer een stukje geschiedenis wegvalt… nee dit soort gedachten stemmen me even niet vrolijk.

En ondertussen in dat zelfde bed op dat zelfde moment woedt in mijn eigen hoofd de strijd van allerlei gedachten over mijzelf. De gedachten over het alleen zijn, dat ik nu al bijna 53 ben en me afvraag wat ik nu met mijn leven gedaan heb. En dat ik al die tijd nagenoeg alleen leef, alleen in de zin van niet in een relatie. De gedachten die door mijn hoofd spelen van het ook echt alleen zijn, en dat soms ook echt voelen. Gedachten van falen, van kansen niet gegrepen hebben, van leven vanuit angst. Van gedachten van teleurstelling dat ik na 28 jaar getransplanteerd te zijn, een zegen en een ongekend geluk, ik maar bar weinig gedaan heb met dat geluk. Me te realiseren dat ik een ‘vermijder’ ben, zoals laatst op het werk uit een test bleek. Is dat het dan? Dat ik een vermijder ben, dat mijn leven geregeerd wordt daardoor en dat ik daarmee te dealen heb? Vermijder van angst, van pijn, van geluk, van aangaan van een verbinding met een ander mens. Het vermijden van kiezen waar mijn hart echt naar uitgaat? En alleen relaties aangaan die niet uit verliefdheid zijn maar uit blij zijn dat überhaupt iemand voor mij kiest, vanuit een minderwaardigheidsgevoel of een hoop dat het misschien wel wat gaat geven (en vaak al met al ook wel heeft gegeven) en ik niet meer alleen ben. Het vermijden van confrontatie, anderen niet te willen kwetsen, ook al betekent het dat ik in feite mezelf kwets. Is dat wat CF met zich meebrengt? Of is dat de manier waarop ik in het leven ben gaan staan al  dan niet door de CF? Het is moeilijk voor mij te bepalen wat van mij is en wat een reactie van mij is op wat mij is overkomen, en ik soms ook heb laten gebeuren.

Waarschijnlijk en hopelijk doe ik mezelf te kort. Ben ik meer dan mijn gedachten, heb ik meer bereikt dan ik denk, is het feit dat ik nog leef te danken aan mijn doorzettingsvermogen, aan mijn kracht, juist mijn manier van leven. De gedachte dat ik dit volhoud juist omdat er geen relatie is, niet iemand om me op te richten behalve op mezelf, is geen fijne, als die zou kloppen. De relaties die ik heb gehad, hebben me allemaal veel gegeven, maar ook veel gekost. Het idee dat het voor mij beter is om alleen te zijn en te blijven is geen fijne gedachte, als ik zie hoeveel het me zou kunnen geven. Als ik maar de juiste persoon zou treffen, zou kiezen en gaan voor degene die echt bij mij mij past… waarschijnlijk is deze gedachte ook een utopie.

En daar zit hem juist de crux. Ik weet niet meer wat of wie goed voor me is, ik weet meer en deel van de tijd eigenlijk niet goed wat nu eigenlijk mijn behoefte is. En als ik dat al wel weet, dan weet ik niet goed hoe ik die moet bevredigen. Wat daarvoor nodig is. Maar meestentijds ben ik hier helemaal niet mee bezig. Ik laat me met de stroom van het leven meegaan, maak niet veel echte keuzes maken, ik vul de tijd zoals het komt. Het lijkt heel zen, maar in wezen voelt het ook als een soort vermijden van echt invulling geven aan mijn leven.

En dan komt daar ook nog de zorg over mijn welzijn bij, dat ik sneller kortademig ben de laatste maanden. De eerste gedachte is natuurlijk dat het mis is. Dat na zoveel tijd de koek ook voor mij op is. Die gedachte heb ik al vaker gehad, in elk geval elke keer als ik een burn-out had, zo’n vier keer nu. En elke keer vergeet ik hoe het was, behalve erg beangstigend. De gedachte die nu bij mij leeft is dat, als het echt zo is, ik er zelf schuld aan heb. Dat ik drie weken een kurkuma-kuur heb gevolgd via een natuurtherapeut, en ik daarna hoorde dat kurkuma, net als st. Janskruid en grapefruit niet goed samengaan met het gebruik van medicijnen tegen afstoting…

Nee, het is niet fijn wakker worden met dit soort gedachten, overdenkend de enorme strijd mijn hoofd die vaak woedt over wat nu goed is en wat niet, dat ik wat moet en het niet doe, en daar een oordeel over heb, al die gedachten die meer met me doen dan ik merendeel van de tijd realiseer, en daarmee een stempel drukken op mijn ‘zijn’, mijn geluksgevoel.

Het stomme is dat ik weet dat dit niet alles is wie ik ben. En zeker niet dagelijks. Ik ben ook de persoon die nu achter zijn laptop in zijn studeer/yoga/kleren kamer zit, met het zonnetje dat door het raam op mijn hoofd schijnt en me helemaal warm maakt, van buiten en van binnen. Die intens kan genieten van mooie dingen in het leven, van sushi, van diezelfde zon, van gezelligheid, van waardering, van tennissen, en zwemmen en voelen dat ik leef! Ik geniet van de mensen om me heen die er nog wel zijn, mijn familie, mijn vrienden, van interactie op mijn werk met mijn collega’s…

Het leven is en blijft complex. Een keer, vroeg of laat, kom ik misschien in de situatie zoals Elise, en mijn moeder, dat anderen mogelijk bij mijn bed staan, en afscheid van mij komen nemen, en ik vertrek uit dit leven, waar dat ook heen gaat: naar Ellen en mijn moeder, en anderen die het leven al voor mij achter zich gelaten hebben. Die gedachte maakt wel dat ik het gevoel krijg dat ik daartegen wil strijden. En niet wil toegeven aan die gedachten die mij een negatief gevoel over mezelf geven.

Ik weet ook niet goed wat ik mezelf nu precies toewens. Is het een gevoel van rust, vertrouwen, zorgeloosheid of is het juist goed dat ik al die gedachten heb, die onrust, die angst, die me misschien juist meer doen beseffen dat ik leef en niet als een zombie door het leven ga. Ik wil in elk geval intens leven, dat wat er is ik ook echt voel. Die gevoelens van verdriet, van angst, van gemis, zijn denk ik nodig om ook die mooie, fijne, warme, plezierige gevoelens gewaar te zijn.

Misschien brengt dat gevoel van alleen zijn me tot waar ik moet zijn, of alleen blijven of uiteindelijk toch in een relatie. En misschien is alles wat ik beleef en voel en denk in het leven bedoeld als het opdoen van ervaringen, van wat wel en wat niet goed werkt voor mij. Zoals de gedachte of ik nu wel of niet een hondje wil nemen, wat misschien alleen maar vervanging is of juist een prachtige aanvulling van mijn leven. Soms zou het fijn zijn als ik wat beter wist wat ik wilde, wat goed voor me is. Het omgooien van het roer, een totaal andere koers gaan varen in het leven, vind ik sowieso lastig, maar misschien is dat af en toe wel nodig. Soms moet daar eerst van buitenaf wat voor komen. Als ik dat toelaat tenminste…

En misschien is dat al gaande… in een paar jaar tijd ben ik al veel dingen anders gaan doen, vanuit kleine dingen: een baard laten staan, minder vlees eten, bewust eten en drinken, minder douchen, mijn huis totaal anders inrichten via allerlei verbouwingen, werkstress verminderen door een minder zware functie aan te nemen, yoga, mediteren, persoonlijke ontwikkelingscursussen om mezelf beter te leren kennen en veel van verdriet te verwerken, alleen naar films gaan, sauna, musea of wandelen.

Ik heb misschien al meerdere keren kleine roertjes omgegooid, dus mogelijk mag ik erop vertrouwen dat het toch wel zal gaan zoals het goed voor me is en wat milder naar mezelf kijken…