Er is een wonder gebeurd: de ‘omstreden’ donorwet is aangenomen. Mijn vertrouwen in de politiek is weer een beetje hersteld zowaar. Iedereen is donor tenzij je expliciet vast legt dat je dit niet wilt zijn.
Opvallend vind ik dat kranten meteen met het verhaal kwamen hoeveel mensen zich als Niet-donor hebben laten registreren terwijl het aantal actieve donoren ook is toegenomen. Altijd het negatieve benadrukken, olie op het vuur gooien in plaats van het positieve benoemen.
Bijzonder vond ik een gesprek met een collega. Hij vertelde dat ze de situatie thuis hadden nagespeeld dat de ander net overleden is en hij als nabestaande op dat moment, met mijn levensverhaal in het achterhoofd, iets moet vinden van het doorgeven van diens organen als de overledene zich als actief donor heeft laten registreren.
Het moeilijkst vond hij niet dat zij haar organen zou afstaan, maar meer dat op dat moment angst kan bestaan of de partner ook wel echt dood is. En dat niet een of ander harteloze arts haar weghaalt zonder die duidelijkheid ook te verschaffen. Want op dat moment ligt er vaak nog een partner die nog een warm lichaam heeft en is er soms nog het ongeloof dat die ander echt dood is.
Daarnaast is de tijd om afscheid te nemen belangrijk. Want als dat niet zorgvuldig gebeurt, zullen die nabestaanden alsnog nee zeggen. Ervaringen met hoe het nu sinds gaat blijkbaar vrezen daar wel voor.
Het gekke is eigenlijk wel dat als jijzelf vindt dat jouw organen naar een ander moeten gaan, een ander daar nog iets over te zeggen heeft. Want dat voorbehoud zit nog steeds in de wet om deze aangenomen gekregen te hebben. De nabestaanden moeten dus nog steeds op een emotioneel moment ineens een verstandelijke beslissing nemen: akkoord gaan met de wensen van de ander in plaats van te kijken naar de eigen belangen en angsten. Want de angst kan naderhand leven dat je denkt dat de partner misschien wel niet echt dood was. En jij dus over haar lot hebt beslist. En de rest van je leven met die gedachte moet leven.
En er zijn ook nog mensen die denken dat de overheid hier een beslissing in heeft daar helemaal geen vertrouwen in hebben.
Oftewel er moet veel duidelijkheid komen over hoe en wat. Op het moment van de vraag of melding dat de overledene orgaandonor is, en het einde er nu is, moet wel nog steeds met heel veel zorgvuldigheid met de nabestaanden omgegaan worden, anders zullen zij alsnog nee zeggen en mensen zich als niet-donor laten registreren. En dat is juist niet de bedoeling.
Maar al met al is het is voor degenen voor wie een donororgaan de laatste strohalm is om te kunnen blijven leven een enorme opluchting te weten dat de kans op overleven toeneemt nu de kans op meer donoren toeneemt. Een kans om weer te hopen, want hoop doet leven!
Dus hoera voor de minister, de eerste een tweede kamer dat zij zo moedig zijn geweest dit besluit voor leven na de dood te hebben durven nemen.