Vanochtend stond ik voor de spiegel als elke dag en realiseerde me dat elke dag ik daar anders sta. Wellicht deze keer wat beter uitgeslapen dan anders, misschien omdat ik een keer eens op tijd naar bed ben gegaan. Ik vroeg me af waar het heen moet gaan met mijn leven. Niet de beste onderwerpen voor de vroege ochtend. Ik vroeg me af of dit nu is wat ik wil doen, elke dag, vier dagen lang naar werk gaan. En of ik daar plezier bij beleef. Waarom ik spanning oproep in mijn leven. Maar als ik dat niet zou hebben, wat zou ik dan wél willen.
Vanavond reed ik terug van de cursus moderne kunst, waar de gedachte en het besef van dat je al over de helft van je leven kan zijn en dan bedenken wat je nu eigenlijk bereikt hebt aan de orde kwam. En ik keek naar de bejaardentehuizen en de aanleunwoningen, waar oude mensen wonen, en bedacht me dat die mensen ook gewoon hun dagelijkse leven leven, de dingen nemen zoals ze komen, een heel leven achter zich. Zouden ze denken aan al die dingen die ze niet gedaan hebben, al die woorden die ze niet uitgesproken hebben, al die verlangens die ze niet hebben kunnen of laten gebeuren? En dus vroeg ik mezelf af, waarom gebeurt mij dit nu ook. Waarom leef ik niet nu, maar stel ik dingen uit? Ook al lijkt het dat ik alles uit het leven pers, waarom laat ik me dan leiden door allerlei drangen, zonder ze soms echt te laten gebeuren. Zonder ze echt goed te benoemen.
Ik bedacht me verder dat je wel kan leven alsof elke dag de laatste is, maar als anderen dat niet met je doen kom je nog nergens. Als je de eerste beste vrouw die je leuk vindt aanspreekt om contact te maken zal ze niet zomaar in je armen vallen omdat jij toevallig leeft alsof het je laatste dag is. Zij leeft in elk geval niet zo, en kijkt op zijn minst de kat uit de boom. Als niet iedereen zo leeft wat heeft het dan voor zin. Zo onbereikbaar lijkt soms hetgeen zo dichtbij is.
En wat moet je doen om tevreden te zijn met wie je bent en wat je hebt. Alles wat ik denk en voel heeft wel iemand anders ook gedacht of gevoeld. Niets aan mij is daaraan uniek. En aan de andere kant is alles aan mij uniek, tot op het kleinste element waaruit ik besta. Zo klein ben ik in het geheel, zo complex is het geheel. Het leven is één grote chaos, zo lijkt het soms. De meeste dingen gebeuren volledig willekeurig, er is nergens vat op te krijgen. De maatschappij is zo groot dat er nauwelijks nog iets te sturen is. De wereld is zo groot, er gebeuren zoveel dingen dat als je je er druk over maakt, je alleen maar depressief wordt. Het leven is zo groot, zo vol van mogelijkheden, dat je er soms in verzuipt.
En dan mijn eigen leven. Hoe kan ik mezelf reflecteren, ik sta veel te dicht op mijn eigen leven. Ik zou eerst uit moeten treden om echt te zien wat ik doe. Je houdt je voor dat je blij moet zijn met wat je hebt, want het kan altijd erger. En als je iets ergs hebt, dan heb je in elk geval misschien iets waar je wel gelukkig in bent geweest, dus moet je daar maar gelukkig om zijn. Moeten, moeten, moeten.
Maar wat moet je als je nooit jezelf prettig hebt gevoelt, nooit rust, balans, duidelijkheid, tevredenheid, zorg, liefde hebt gekend, het gevoel hebt dat je als een volslagen vreemde in je eigen leven staat? Waar wil je dan nog voor leven? Ik prijs me gelukkig dat ik dat niet kan zeggen van mijn leven, mijn leven heeft er vol mee gezeten, en nog maak ik dat alles mee, en ben me ook zeer goed bewust van mijn kwaliteiten en geluk.
Maar af en toe voelt de leegte, zuigt er iets, kan je naar jezelf turen in de spiegel en voelt het alsof je naar een vreemde kijkt. Soms ben je gewoon wat minder vrolijk gestemd, en soms lijkt het vertrouwde er nooit te zijn geweest. Soms lijkt de belangrijkste persoon in je leven er nooit geweest en kan je dat niet begrijpen. Soms lijkt het dat wat je ook doet, het nergens naartoe leidt. De tijd schrijdt voort, voor je het weet is je leven voorbij. En wat heb je bereikt? Enkele momenten van geluk. De rest van de tijd ‘passing time’. Misschien juist om je bewust te worden van die paar schaarse gelukkige momenten. Als je ze weet op te merken en vast te houden.
Ik merk dat mijn leven op dit moment ook een beetje een chaos is. Het is lastig een structuur te vinden. Ook voel ik een verlangen maar kan het niet goed benoemen, en weet niet hoe ik dingen moet nastreven. Daarom leef ik als een ADHD typje, van het een naar het andere. Ik merk ook dat ik door dingen die in mijn omgeving gebeuren geraakt word, voel me onmachtig bij hun situatie, maar realiseer me weer des te meer hoe moeilijk het is als toeschouwer toe te kijken hoe mensen dingen overkomen. Maar ook dat ik eigenlijk niets te klagen heb. Maar waarom voel ik dan die leegte? Mijn gevoel van angst om kwijt te raken? Toch het idee dat er meer is in mijn leven dan ik me realiseer en des te bewuster van mijn kwetsbaarheid?
Wat nu? Nu laat ik de dingen maar even voor wat ze zijn, proberen of alles op zijn plek valt. En dan maar weer verder zien. Morgen sta ik wellicht weer anders voor die spiegel, elke dag is tenslotte anders, dus elke dag ook weer een kans op een ander (in)zicht op het leven.