Ik ging vrijdagavond om half 9 slapen en werd om half 2 de volgende middag wakker…. duidelijk dat het half uurtje slapen in het vliegtuig én het tijdsverschil me aardig moe hadden gemaakt. De dag is vandaag dus erg kort voor mij.
Ik zat nog te denken aan Bonaire, aan de ecotour. De gids woont zelf op een achterafje, via een zandweg benaderbaar, zonder stromend water en licht. Gas komt uit een tank, en als het flink geregend heeft, is ze afgesloten van de grote weg. De kinderen hoeven dan niet naar school. Bij het Gotomeer woont een man op een eilandje, dat ook niets heeft. Hij woont er in een huisje van golfplaten samen met een hond en is inmiddels in de 70. De overheid wil het eiland graag van hem overkopen, maar hij weet verkoopt het niet, waar zou hij anders heen moeten gaan.
Ook bijzonder: De Spanjaarden waren voor ‘ons’ op het eiland, probeerden er van alles te verbouwen omdat ze dachten dat er water was. Maar er was een tekort aan water waardoor al het verbouwde niet wilde groeien. Dus hebben ze Bonaire weer verlaten. Toen kwamen de Nederlanders die het eiland vooral voor de zoutwinning gingen gebruiken. Zij namen het oudste plaatsje Rincon over en daar is ook nog een gedenkteken te vinden van de ontdekking van Bonaire. Inmiddels is de zoutwinning door de Amerikanen overgenomen en is ook alles naast de Antiliaanse gulden in dollars te betalen. Amerikanen zijn ook de belangrijkste groep ‘toeristen’, ze komen bij bosjes om te snorkelen, skite surfen en windsurfen.
Ik zat er nog over te denken of ik er zou kunnen wonen, maar de welvaart is er niet hoog, ondanks de hoge prijzen, en bijna iedereen die er woont zit in het toerisme. Bonaire is eigenlijk nog een provincie van Nederland maar wil niet aan de euro omdat ze hun zelfstandigheid willen behouden. Ooit werden de slaven gebruikt voor de zoutwinning, vandaar dat je er slavenhuisjes vindt, kleine huisjes waar ze met z’n tweeën of vieren (twee soorten huisjes) in sliepen als ze moesten overnachten. Het was namelijk 8 uur lopen naar de dichtst bijzijnde stad, en dat kon dus niet dagelijks. Het werk was zwaar en na een paar dagen werken liepen ze terug en werden ze afgelost. Het merendeel van de bewoners stamt af van deze slaven, van de 15.000 bewoners zijn 10.000 Antilianen. Het resterende deel is een mengelmoes van groeperingen, waaronder Peruanen.
Deze reisjes zijn snoepreisjes voor het vliegtuigpersoneel, ze vliegen naar Bonaire, verblijven er soms een week, ondertussen op en neer vliegend naar Venezuela, zodat ze erna weer kunnen uitrusten op het strand. Het resort was deze afgelopen week door 4 bemanningen ‘bezet’ en het was er dus extra druk door. Wel apart om de mensen die je normaal in uniform bedienen in het vliegtuig nu op het strand in ‘burger’ tegen te komen. Je gaat ze bijna als mensen zien :0)
Ondertussen ga ik me maar eens richten op mijn volgende vakantie. Dat terugblikken wekt de honger naar meer op, kijken of ik in mei ook nog de zon op kan zoeken. Er is nog genoeg te zien in de wereld.