Ik heb deze zondag het boek "Zoektocht in Katoren" uitgelezen. Mijn eerdere blog is dus eigenlijk al achterhaald… En welzeker komt de koning van Koning van Katoren terug in het verhaal, maar ik blijf erbij dat je het boek niet gelezen hoeft te hebben om dit boek te kunnen lezen. Al is het wel zo leuk.
Zoektocht in Katoren gaat over een jongetje van 15 jaar die geiten hoedt op een bergwand, helemaal in zijn eentje. Tot hij een oude vrouw ontmoet die hem vraagt te gaan zoeken naar haar verloren zoon. Met het zoeken naar die verloren zoon komt Koss, want zo heet hij, in het land Katoren door allerlei stadjes die elk zo hun eigen verbazingwekkende gewoonten en regeltjes kent. Een stad met overmatig hoeveelheid regels, een plaats met bio-industrie waar men zo hypocritisch als de pest is en het allervreemdst is Cnocke en Spalk: waar men oorlogswapens verkoopt aan een buurland en vervolgens ook de gewonden van het buurland verzorgt en de kapotgeschoten gebouwen herstelt. Daar komt Koss tot een drastische daad.
Wederom heeft Jan Terlouw met zijn boek weer wat ‘volwassen’ problemen in een kinderboek verwerkt en niet op onfortuinlijke manier. Het boek lees je, zoals al zijn boeken, ‘in één adem’ uit. Op de kaft staan de overige boeken die hij geschreven heeft, in elk geval heb ik zeker de helft wel gelezen. Nu was ik altijd een lezer geweest, ook al voetbalde ik ook dagelijks op straat, en dus ook alle andere kinderboeken, Arendsoog, De Kameleon en ik weet niet allemaal meer wat. Ik haalde ze altijd uit de bibliotheek: wat zouden kinderen zonder bibliotheek kunnen. En je leert veel van het lezen. Nu lees ik natuurlijk meer ‘volwassen’ boeken, maar zo af en toe weer teruggrijpen op kinderboeken is erg leuk.