Afgelopen weekend (eind mei) heb ik bezoek gehad van mijn Hongaarse vriendin Szuszanna. Ze zou met haar oom en tante en moeder logeren in Amsterdam en zij zou met mij optrekken. Maar plannen maken is één ding, ze ook kunnen uitvoeren een tweede. Het begon al met het feit dat oom en tante niet kwamen omdat de oom ziek was geworden. Dus moe en dochter alleen naar Nederland. En alle plannen weer anders. Dacht ik gezellig met z’n tweeën op stap te gaan, nu gingen we met z’n drieën. Heel verrassend maar ook gezellig. Ik was reisleider en toerist tegelijkertijd. Ik ken Amsterdam ook niet goed, dus gewapend met een kaart alle ‘must-see’ locaties afgegaan, zoals Madam Tussaud, een rondvaart over de grachten en de wallen natuurlijk: moeders liep zeer langzaam, ik dacht nog, kan ze dit wel hebben, maar ze liep alles enorm in zich op te nemen… Ik heb wat afgetreind die drie dagen dat ik me ze op trok, naar de Zaanse Schans, naar Den Haag, en twee keer op en neer naar Amsterdam. Ik begon al helemaal te wennen aan het treinritme: kopje thee kopen, broodjes eten in de trein, beetje wakker worden of uitrusten van een lange dag. We hebben ook nog motor gereden, dat wilde ze ook persé en het was zeer gezellig. Dus ik zal snel eens weer naar Hongarije afreizen. En dat terwijl we vijf jaar geen contact hadden gehad. Wie had dat gedacht. De dinsdag erop met het werk naar Rotterdam ook erg gezellig en een goede manier om even af te kicken van drie daagjes vakantie in eigen land.